•
Kies het beeldformaat dat past bij het onderwerp. Torens en hogen gebouwen zien er
bijvoorbeeld nog indrukwekkender uit op staande opnamen.
•
Probeer met uw opnamen een verhaal te vertellen. Vaak zijn 4 of 5 foto's voldoende om
van een momentopname een kort verhaal te maken.
•
Beoordeel de zichthoek als het onderwerp van achteren belicht wordt. Verander zo no-
dig van positie om de hinder door het tegenlicht te beperken.
•
Experimenteer met verschillende perspectieven om opnamen interessanter te maken.
•
De genoemde tips voor goede foto's gelden ook voor video-opnamen. Let er hierbij bo-
vendien op dat u de camera langzaam heen en weer beweegt en deze stilhoudt. Als u te
snel beweegt, wordt de video-opname onscherp en vaag. Ook bij video-opnamen kan
een statief heel goed van pas komen.
Foto maken
Selecteer het gewenste onderwerp in het display.
Druk de ontspanknop eerst een klein stukje naar beneden om de autofocus in te schake-
len.
Zodra de autofocus de scherpstelling uitgevoerd heeft, worden de beeldsegmenttekens
groen.
Als de autofocus niet kan scherpstellen, worden de beeldsegmenttekens rood weergege-
ven en knippert de statusindicatie.
Getoond worden de waarden voor de sluitersnelheid, het diafragma en de ISO-waarde.
Druk de sluiterknop helemaal in om de foto te maken. Een geluid geeft aan dat de opna-
me is gemaakt (wanneer deze functie eerst in het instelmenu onder Geluiden is inge-
steld (zie Pagina 54).
De opnamen worden als JPEG-bestanden opgeslagen.
AANWIJZING!
Als de opname door bewegingsonscherpte dreigt te mislukken, wordt bovendi-
en het symbool
eldstabilisator inschakelen of een statief gebruiken.
Schakel de macromodus in door op de toets
upfoto's maken.
36
getoond. In dat geval moet u de camera stilhouden, de be-
te drukken. Zo kunt u close-