12.4 HOLD-functie
De Hold-functie houdt de momenteel weergegeven meetwaarde op het display vast,
om deze in alle rust te kunnen lezen en opschrijven.
Controleer bij de controle van spanningvoerende leidingen of deze
functie aan het begin van de test is uitgeschakeld. Dit zou anders tot
verkeerde metingen kunnen leiden!
Om de Hold-functie in te schakelen, drukt u kort op de knop "HOLD"; een pieptoon
bevestigt deze actie en "HOLD" wordt weergegeven op het display.
Om de Hold-functie uit te schakelen, drukt u opnieuw op de knop "HOLD" of verand-
ert u de meetfunctie.
12.5 Auto power-off functie
De DMM schakelt automatisch uit na een vooraf ingestelde tijd als er geen knop
of de draaiknop wordt ingedrukt. Deze functie beschermt en spaart de batterij en
verlengt de gebruiksduur. De actieve functie wordt aangegeven door het tijdsymbool
linksboven in het display.
De DMM geeft een korte pieptoon ongeveer 1 minuut voordat hij uitschakelt. Het
uitschakelen wordt aangegeven met een lang geluidssignaal. Deze uitschakelpro-
cedure kan worden onderbroken door op een willekeurige knop of de draaiknop te
drukken.
Om de DMM weer aan te zetten na een automatische uitschakeling, zet u de draai-
knop in de stand "OFF" of drukt u op de knop "SELECT".
De automatische uitschakeling kan via de Setup-functie worden ingesteld en hand-
matig worden uitgeschakeld.
12.6 SELECT-functie
Meerdere meetfuncties zijn voorzien van subfuncties. De subfuncties zijn in het
draaibereik grijs gemarkeerd. Druk op de knop "SELECT" om dit te selecteren. Met
elke keer drukken schakelt u een subfunctie verder.
12.7 SETUP-functie
Via het Setup-menu kunnen verschillende systeeminstellingen naar wens worden
ingesteld. Druk op de knop "SETUP" om het instellingenmenu te openen. De func-
tieknoppen "F1" en "F2" dienen als navigatieknoppen.
162