kingsgangen bij hetzelfde werkstuk alleen de beitelhouder hoeft
worden gedraaid om steeds met de geschikte beitel te werken.
Hiervoor moet u gewoon de inbusbout 5 losdraaien, de beitel-
houder draaien en de bout 5 weer vastdraaien. Natuurlijk kan zo
ook meestal de hoek van de beitel tot het werkstuk worden
ingesteld, indien dit nodig is.
Spiltoerentallen instellen
Let op!
Trek altijd de stekker uit het stopcontact, voordat u werk-
zaamheden in de wielkast verricht. Gevaar voor verwondin-
gen!
Het spiltoerental moet aan het materiaal en de diameter van het
werkstuk worden aangepast.
Maximaal spiltoerental berekenen
Bij een bekende maximale snijsnelheid voor een bepaald mate-
riaal kan het vereiste spiltoerental worden berekend.
Maximaal toelaatbar spiltoerental
Snijsnelheid x 1000
=
Diameter van het werkstuk x 3,14
Voorbeeld:
Als voorbeeld wordt een werkstuk afgedraaid met een diameter
van 20 mm bij een snijsnelheid van 50 m/min.
50 x 1000
= 796/min
20 x 3,14
Door de V-riem (Fig. 10) te verleggen, kan het eerstvolgende
hogere toerental worden ingesteld. In dit geval 1600/min. De
juiste snelheid wordt nu via de regeling ingesteld, waarbij er
rekening mee moet worden gehouden dat de regeling een snel-
heidsbereik van 25% tot 100% dekt, in ons voorbeeld dus
400/min tot 1600/min.
1. Draai de klembout van de wielkast los en open de klep.
2. Draai de V-riemspanner 1 (Fig. 10) los.
3. Stel het betreffende toerental in door de V-riem volgens fig.
11 te verleggen.
4. Draai de V-riemspanner weer vast. Let erop, dat de V-riem
goed gespannen is. Een te sterke spanning verhoogt de slij-
tage van de riem en van het lager en verlaagt het motorver-
mogen.
5. Sluit de wielkasten weer voordat u met de draaiwerk-
zaamheden begint.
Werkstuk in klauwplaat inspannen
Let op!
Indien werkstukken alleen in de klauwplaat worden gespan-
nen zonder achteraanslag door de losse draaibankkop, mag
het werkstuk niet verder uitsteken (Fig. 12) dan drie keer de
diameter van het materiaal (L = 3 x D).
- 60 -
All manuals and user guides at all-guides.com
De normale klauwplaat bestaat uit drie bekken van staal die
zich gelijkmatig verstellen en ronde werkstukken automatisch
centreren.
In de normale stand kunnen werkstukken met een diameter t/m
35 mm worden opgespannen. Door de bekken om te draaien,
kunnen werkstukken met een diameter t/m 68 mm worden
opgespannen.
1. Draai de klauwplaat 2 (Fig. 12) met behulp van de sleutel 1
Laat de sleutel niet in de klauwplaat steken. Gevaar voor
verwondingen!
2. Span het werkstuk goed in zodat het stevig vastzit en
3. Controleer of het werkstuk zuiver rond loopt en geen
Als een relatief lang werkstuk wordt ingespannen, dat door de
spil wordt geleid en naar links uitsteekt, bestaat een verhoogd
risico op verwondingen. Wees in dit geval bijzonder voorzich-
tig,
draaiende as worden gegrepen. Scherm dit gebied goed af.
Klauwplaatbekken omkeren
Trek de stekker uit het stopcontact!
Span geen werkstukken in, waarvan de diameter meer dan
68 mm bedraagt. De spankracht van de bekken is dan te
gering en het werkstuk kan losraken. Gevaar voor onge-
vallen!
De bekken zijn genummerd.
1. Open de klauwplaat tot de bekken uit de klauwplaat los
2. Draai de bekken om en plaats eerst nr. 1 in één van de drie
3. Druk bek nr. 1 naar het midden van de klauwplaat en draai
4. Als de wormwielschroefdraad bek nr. 3 heeft vastgeklemd,
5. Doe hetzelfde met de nummers 2 en 1.
6. Controleer vervolgens of alle bekken gecentreerd zijn.
7. Als u weer met binnenbekken wilt werken, herhaalt u de
Aanwijzing:
open tot het werkstuk in de opening past.
Let op!
verwijder de sleutel weer uit de klauwplaat.
slingerbewegingen maakt. Corrigeer dit indien nodig.
Let op!
om
te
voorkomen,
dat
Let op!
Let op!
Aanwijzing:
komen te zitten.
geleidingen (Fig. 13).
tegelijkertijd de sleutel van de klauwplaat in de richting
"Spannen".
moet bek nr. 2 in de volgende geleiding (met de wijzers van
de klok mee) worden geplaatst.
bovenstaande stappen, maar nu in omgekeerde volgorde.
voorwerpen
door
de