®
xFUME
AUT
WAARSCHUWING
Gevaar voor elektrische schok door beschadigde of onjuist gemonteerde onderdelen
Beschadigde of onjuist gemonteerde onderdelen kunnen levensgevaarlijke elektrische schokken veroorzaken. Onderdelen zijn: Lastoorts, slangenpakket,
vervangings- en slijtonderdelen.
► Controleer vóór gebruik altijd alle onderdelen en alle verbindingen op juiste montage en beschadiging.
► Reinig verontreinigde onderdelen direct.
► Vervang beschadigde onderdelen direct.
► Laat beschadigde, vervormde of versleten onderdelen uitsluitend door een door ABICOR BINZEL getrainde elektrotechnicus vervangen.
Voor de inbedrijfstelling moeten altijd de volgende handelingen worden
uitgevoerd:
1 Controleer de lastoorts, reinig deze en vervang deze indien nodig.
4.1
Lastoorts op montage van slangenpakket voorbereiden
1 Schakel de stroombron uit en koppel de netstekker los.
2 Sluit de gastoevoer.
4.2
Lastoorts uitrusten
De lastoortsen zijn bij levering volledig uitgerust. Raadpleeg voor informatie
over het vervangen van slijtonderdelen en draadgeleiding:
4.3
Slangenpakket aansluiten, afb. 1
1 Sluit het slangenpakket aan op de aansluitingsbus en borg het geheel
met de aansluitmoer.
2 Sluit de beschermgas- en stuurkabelstekker aan.
3 Sluit de koeltoevoer (blauw) en koelmiddeltoevoer (rood) aan.
4 Controleer het minimumkoelmiddelniveau.
4.4
Koelmiddelcircuit ontluchten, afb. 2
1 Plaats een opvangbak onder de aansluiting van de koelmiddelafvoer
(rood).
2 Maak de koelmiddelafvoerslang van het koelapparaat los en houd deze
boven een opvangbak.
3 Sluit de opening van de koelmiddelafvoerslang af.
4.5
Afzuigslang aansluiten
► Verbind de afzuigslang van het afzuigapparaat met de
afzuigaansluiting aan het slangenpakket.
4.6
Beschermgas aansluiten en afstellen
1 Kies beschermgas dat geschikt is voor de laswerkzaamheden.
2 Open en sluit het ventiel aan de gastoevoer snel achter elkaar om
eventuele verontreinigingen uit de aansluiting te blazen.
4.7
Draad opvoeren
VOORZICHTIG
Verwondingsgevaar door zich in het werkgebied van het apparaat te bevinden
In het werkgebied van het apparaat bestaat gevaar voor verwonding.
► Controleer altijd vooraf uw persoonlijke beschermingsuitrusting en draag deze tijdens de werkzaamheden.
► Zorg ervoor dat er zich niemand in het werkgebied van het apparaat bevindt als er bewegingen worden aangestuurd.
1 Snijd een kort stuk van het voorste deel van de draad met een
zijkniptang af.
2 Voer de draad volgens de gegevens van de fabrikant in de
draadtoevoerunit in.
5
Gebruik
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar door elektromagnetische velden
Door het apparaat kunnen elektromagnetische velden ontstaan die de werking van pacemakers en geïmplementeerde defibrillatoren kunnen beïnvloeden.
► Gebruik het apparaat niet als u een pacemaker of geïmplementeerde defibrillator hebt.
► Gebruik het apparaat uitsluitend in industriële omgevingen in overeenstemming met DIN EN 61000-6-3.
5.1
Lassen
1 Open de beschermgasfles.
2 Schakel de stroombron in.
2 Controleer de vervangings- en slijtonderdelen, reinig deze en vervang
deze indien nodig.
3 Controleer het slangenpakket, reinig dit en vervang dit indien nodig.
3 Schakel het koelmiddelcircuit uit.
7 Onderhoud en reiniging op pagina NL-110
► Aanbeveling: ABICOR BINZEL-koelmiddel uit de BTC-reeks gebruiken.
► Om schade aan het lasapparaat te voorkomen, mag geen
gedeïoniseerd of gedemineraliseerd water worden gebruikt.
► Ontlucht bij elke eerste inbedrijfstelling en na elke vervanging van het
slangenpakket het koelmiddelcircuit.
4 Open en sluit de opening van de koelmiddelafvoerslang meerdere malen
abrupt tot het koelmiddel ononderbroken en zonder luchtbellen in de
opvangbak stroomt.
5 Sluit de koelmiddelafvoerslang opnieuw op het koelapparaat aan.
3 Sluit de beschermgastoevoer volgens de gegevens van de fabrikant op
het lasapparaat aan.
4 Pas de hoeveelheid beschermgas aan het gebruikte gasmondstuk en de
laswerkzaamheden aan.
3 Druk de knop <Stroomloze draadtoevoer> op de draadtoevoerunit in tot
de draad uit de contacttip komt.
4 Snijd te ver uitstekende draad met een zijkniptang af.
3 Stel de lasparameters in.
5 Gebruik
NL - 109