SYNC-functie
Met de SYNC-functie 13 worden verschillende
kooktijden zo op elkaar afgestemd dat het
kookproces van beide kookmandlades tegelijk
eindigt.
1. Voer de instelling uit zoals beschreven onder 'Hand-
matige voorselectie van de kooktijd en de tempera-
tuur' of onder 'Koken met de programmafunctie' .
2. Raak het sensorveld SYNC 13 aan om de functie te
activeren.
3. Start het kookproces met sensorveld
SYNC-indicator 15 knippert tijdens de kooktijd en
op het display wordt het wachtsymbool
de kortere kooktijd weergegeven. Wanneer de reste-
rende tijd van de langere kooktijd de instelling van
de kortere kooktijd bereikt, wordt aan beide zijden
dezelfde resterende kooktijd weergegeven.
17b
17a
16 15
14
11. De
met
13
De kooktijd en de temperatuur kunnen
pas worden gewijzigd nadat het kookpro-
ces voor de kortere kooktijd is gestart. Na
het starten van het kookproces met de kortere kook-
tijd licht de SYNC-indicator 13 continu op en klinken
er 3 korte pieptonen.
Met de sensorvelden
de tijd voor beide kookfasen gelijktijdig verhoogd of
verlaagd.
Om de temperatuur te wijzigen kiest u eerst de kook-
mandlade nr. 1 16 of nr. 2 31 voordat u de wijziging
17b of
met de sensorvelden
30b of
Met sensorveld
chronisatie weer geactiveerd.
11
30b of
30a wordt
17a uitvoert.
30a wordt de syn-
30b
30a
31