Télécharger Imprimer la page

RIDGEGEAR RGH2 Instructions D'utilisation page 11

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 9
BEVESTIGINGSINSTRUCTIES
Het wordt aangeraden een suspensietest uit te voeren op een veilige locatie alvorens het harnas voor het eerst in gebruik
te nemen, om ervoor te zorgen dat het harnas de juiste maat heeft, voldoende kan worden bijgesteld, en enigszins
comfortabel zit.
STAP 1A
Pak het harnas vast bij de schouderbanden en zorg
ervoor dat de banden niet in de knoop zitten of
verdraaid zijn. Trek de schouderbanden vervolgens
om de armen en schouders heen.
STAP 1B
Bij sommige modellen bevinden zich extra
heupgordels en / of schoudersteunkussens /
kussens.
STAP 2
Haal de beenband onder de benen door zonder
de band te verdraaien en bevestig vervolgens
de gesp − het type kan variëren (A-B). Herhaal
deze stap voor de andere beenband. Zorg ervoor
dat de losse uiteinden van de banden aan de
voorzijde zitten; is dit niet het geval, dan kunnen
de banden niet met de gesp worden vastgezet.
Sommige harnasmodellen hebben een 'instap'-
ontwerp waarbij de gespen niet kunnen worden
losof vastgemaakt. Bij deze modellen dient u
eerst in de beenbanden te 'stappen' alvorens het
veiligheidsharnas over uw armen en schouders te
plaatsen.
STAP 3
Bevestig de gesp van de kruiselingse borstband op
dezelfde wijze als de gespen van de beenbanden.
Sommige modellen zijn voorzien van een
bevestigingspunt aan de voorzijde (C). Verstel
de been-/schouderbanden waar nodig, totdat de
juiste hoogtepositie is verkregen. Als het harnas is
voorzien van een verstelbare borstband, trek dan
aan het uiteinde van de singelband om de juiste
strakheid te bewerkstelligen. Probeer de band zo
strak mogelijk aan te trekken, om een opwaartse
beweging van de D-ring aan de voorzijde te
voorkomen indien zich onverhoopt een val
voordoet.
STAP 4
Trek beide beenbanden aan door aan de losse
uiteinden te trekken. De banden moeten strak
zitten, maar niet oncomfortabel. Zet de losse
uiteinden vast met de singelbandhouders. Zorg
ervoor dat het harnas zowel veilig als comfortabel
is aangebracht. Roep bij twijfel de hulp in van een
deskundige.
STAP 5
Als de werkpositioneringsgordel aan is, pas deze
indien nodig aan op heuphoogte.
STAP 6
De ideale locatie van het achterste ankerpunt is
tussen de schouderbladen, zoals afgebeeld.
Sommige modellen zijn uitgerust met een
extra band met een lus of ring om de vallijn te
bevestigen (D). Deze band is alleen bedoeld voor
reddingsoperaties (EN 1497).
De band mag echter, alleen onder bijzondere
omstandigheden,
worden
gebruikt
valbeveiliging.
EN 358
1.
Kijk op het productlabel voor de maat van de heupgordel.
2.
De heupgordel is goedgekeurd voor een gebruiker die samen met gereedschap en apparatuur maximaal 150
kg weegt.
3.
Maak de voorste heupriem vast, trek de riem aan en zoek de op heuphoogte aangebrachte positioneringsringen.
4. Zorg ervoor dat het verankeringspunt/de constructie zich ter hoogte van of boven de taille bevindt.
5.
Gebruik de positioneringsringen aan de zijkant nooit als valbeveiliging of als er een voorzienbaar risico bestaat
dat de gebruiker kan komen te hangen of de heupgordel onbedoelde krachten kan uitoefenen op de gebruiker.
Ze mogen uitsluitend voor werkpositionering worden gebruikt door de connector van de positioneringslijn te
bevestigen aan een van de ringen, de lijn rond de constructie te leiden en aan te haken op de andere ring.
6. Zorg bij gebruik als positioneringssysteem voor een aanvullende valbeveiliging.
EN 1497
1.
De maximale nominale belasting van de reddingsgordel staat op het productlabel.
NL
Gebruiksaanwijzing
RIDGEGEAR veiligheidsharnassen
met valbeveiliging
Lees de volgende informatie aandachtig door alvorens dit
product te gebruiken.
welke voldoen (waar van toepassing) aan de vereisten van
EN 358:2018, EN 361:2002 & EN 1497:2007.
Issue J Jul 2021
1A
1B
A
2
3
C
4
5
6
voor
D
2.
Het reddingsgordel is ontworpen om te worden gedragen tijdens normale bedrijfsactiviteiten en de gebruiker
moet vóór het eerste gebruik een hangtest op een veilige plaats uitvoeren om de juiste maat, adequate afstelling
en acceptabel comfort voor het beoogde gebruik te garanderen.
3.
De reddingsgordel wordt niet gebruikt om het lichaam vast te houden in het valstopsysteem.
ALGEMENE RICHTLIJNEN
1.
Dit product is uitsluitend bedoeld om te worden gebruikt als veiligheidsharnas bij het werken op hoogte, voor
werkplekpositionering, valbeveiliging en/of zitophanging, of als reddingsmiddel. Gebruik dit product niet voor
een ander doel dan de gespecificeerde beperking of het beoogde gebruik.
2.
Alvorens het harnas te gebruiken, dient er een gedetailleerde risicoanalyse te worden uitgevoerd door een
deskundige, om te bepalen of dit product het juiste is voor het type werk dat wordt uitgevoerd indien er zich een
val voordoet. In deze risicoanalyse dient rekening te worden gehouden met ankerpunten, mogelijke valafstand,
belemmeringen, reddingssysteem etc.
3.
Een full-body harnas is het enige aanvaardbare middel dat mag worden gebruikt om een val te voorkomen.
4. Zorg ervoor dat alle veiligheidsgordels en veiligheidskoorden die bij deze apparatuur worden gebruikt, de juiste
CE-goedkeuring hebben en dat ze compatibel zijn met elkaar wanneer ze in een systeem worden gecombineerd.
5.
Wees u ook bewust van alle mogelijke gevaren die zich kunnen voordoen als u uitrustingsonderdelen combineert,
waardoor de veilige werking van deze onderdelen onderling kan worden beïnvloed of belemmerd.
6. Om een optimale veiligheid te kunnen garanderen, is het van essentieel belang dat de juiste en meest geschikte
veiligheidslijn wordt gebruikt. Als u niet zeker weet of u de juiste producten heeft, neem dan contact op met
RIDGEGEAR om de mogelijkheden te bespreken.
7.
Zorg ervoor dat het ankerpunt van de veiligheidslijn sterk genoeg is, minimaal 12kN (bijv. EN795), en zich altijd
boven het harnasbevestigingspunt bevindt, zodat de afstand van de vrije val en mogelijk letsel worden beperkt.
8. Waar het wordt gebruikt als valbeveiligingsapparaat, MOET een belastingbeperkend of energieabsorberend
apparaat worden gebruikt; deze uitrusting moet in staat zijn om de maximale kracht die op de gebruiker en het
verankeringspunt mag worden uitgeoefend, te beperken tot een waarde van minder dan 6 kN, rekening houdend
met de vrije valafstand. Alle gebruikers, ook degenen die meer dan 100 kg wegen, moeten dit bevestigen.
Raadpleeg bij twijfel een specialist.
9. In gevallen waarin het wordt gebruikt als valbeveiligingsapparaat, mag het maximale gebruikersgewicht, inclusief
kleding en gereedschap, minder dan 140 kg zijn.
10. Bevestig aan een betrouwbaar koord aanknopingspunt door een compatibele (val voorkomende) vanglijn vast te
maken en een schokabsorberende vanglijn te gebruiken.
11. Weet wat de oorzaken en gevolgen van hangtrauma zijn. Verklein de kans hierop door riemen correct af te stellen
en tijdig een reddingsactie in te zetten. Maak indien mogelijk gebruik van anti-traumariemen.
12. De D-ring aan de achterzijde of de voorzijde van het harnas, of de borstbevestigingslussen aan de voorzijde
(waar van toepassing) zijn geschikte bevestigingspunten. Het ene uiteinde van de veiligheidskoord is
bevestigd aan een van de D-ring / bindringen en het andere uiteinde aan het ankerpunt. Gebruik D-ringen
voor werkplekpositionering nooit als valbeveiligingsbevestigingspunten. Deze zijn alleen bedoeld voor
werkplekpositionering/zekering.
13. De bevestigingspunten t.b.v. valbeveiliging zijn gemarkeerd met de letter A.
B
14. Deze apparatuur mag alleen worden gebruikt door voldoende opgeleid en / of anderszins bekwaam personeel en
wordt alleen aanbevolen voor persoonlijk gebruik.
15. Het is van cruciaal belang om tijdens het gebruik regelmatig te controleren of de sluit- en spangespen nog dicht
zijn en de singels niet loszitten.
16. Gebruikers worden ervoor gewaarschuwd dat bepaalde medische aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten, een
hoge bloeddruk, hoogtevrees, epilepsie en drugs- of alcoholverslaving de veiligheid van de gebruiker bij gebruik
in normale situaties en noodgevallen kan beïnvloeden.
17. Stel voorafgaand aan het gebruik een geschikt reddingsplan op voor alle ongevallen die tijdens het werk kunnen
optreden, zodat de gebruiker na een val in veiligheid kan worden gebracht. Houd altijd rekening met het risico
van hangtrauma.
18. Probeer dit product niet te wijzigen of te repareren zonder onze schriftelijke toestemming; elke reparatie wordt
alleen uitgevoerd in overeenstemming met onze procedures.
19. Vóór ieder gebruik dient de gebruiker voldoende bevoegd te zijn om een controle vooraf uit te voeren om erop
toe te zien dat het harnas veilig is voor gebruik. Het product dient onmiddellijk buiten gebruik te worden gesteld
indien de uitrusting duidelijke tekenen van slijtage vertoont, onderdelen ervan beschadigd zijn, of de uitrusting
is gebruikt tijdens een val. Gebruik de uitrusting niet indien u hierover twijfelt. Vraag een deskundige om advies.
De meeste harnassen zijn voorzien van impact-indicators. Als deze zijn geactiveerd, mag het harnas niet langer
worden gebruikt.
20. Veiligheidshalve is het van essentieel belang dat de uitrusting direct buiten gebruik wordt gesteld indien er
enige twijfel bestaat over de staat ervan met betrekking tot veilig gebruik. In dat geval mag de uitrusting pas
weer in gebruik worden genomen nadat een deskundige schriftelijk heeft bevestigd dat de uitrusting geen
veiligheidsrisico's oplevert.
21. Zorg ervoor dat er onder de gebruiker voldoende vrije ruimte is, mocht er zich een val voordoen. Bestudeer de
instructies voor de veiligheidslijnen om een geschikte veiligheidsafstand te bepalen. Voorbeeld: een 2 meter lange
valdempende lijn (EN 354/355) kan worden uitgerekt tot 1,75 meter en derhalve dient de veiligheidshoogte
voor het ankerpunt tenminste 6,75 meter vanaf de grond of het dichtstbijzijnde obstakel onder de persoon
in het harnas te zijn. Wanneer er gezekerd wordt gewerkt, zou de valafstand vrijwel nihil moeten zijn, mits de
zekeringslijn strak gespannen is.
22. Kies de positie van het verankeringsmiddel (of ankerpunt) en de werkmethode altijd zodanig dat valgevaar en de
valafstand zo veel mogelijk worden beperkt.
23. De reddingsband (D) mag alleen worden gebruikt als valbeveiliging indien het bevestigingspunt van de vallijn zich
boven de gebruiker bevindt en de kans op een vrije val minimaal is. Bijvoorbeeld indien er een oprolbare vallijn
wordt gebruikt die boven het hoofd van de gebruiker op een driepoot is gemonteerd. Gebruik deze band nooit
voor valbeveiliging indien het risico bestaat op zijwaartse bewegingen of een omgekeerde val. Ook moet rekening
worden gehouden met de lengte van de reddingsband wanneer de totale lengte van de vallijn en de potentiële
valafstand worden vastgesteld.
24. Bescherm het harnas tegen scherpe of schurende voorwerpen en stel het harnas nooit bloot aan extreme
temperaturen lager dan –35°C of hoger dan +50°C.
25. Vermijd contact met agressieve chemische middelen; deze kunnen de uitrusting of het interne mechanisme
beschadigen. Vraag bij twijfel om advies.
MATERIALEN
Het harnasmateriaal en naaigaren zijn vervaardigd uit polyester.
OPSLAG EN REINIGING
1.
Wanneer het harnas niet in gebruik is of wordt vervoerd, dient het op juiste wijze te worden bewaard op een
schone, droge plaats uit de buurt van hittebronnen, direct zonlicht of mogelijk scherpe of schurende voorwerpen
zoals messen of gereedschap. Niet op de weefselband schrijven.
2.
Als het harnas nat wordt tijdens het gebruik ervan of na het reinigen, laat het dan volledig drogen aan de lucht.
3.
Het harnas kan worden gereinigd met een mild reinigingsmiddel, maar dient na het reinigen goed te worden
afgespoeld met schoon, warm water. Spoel alle mechanische hulpstukken voorzichtig af en/of veeg eventueel
opgehoopt vuil en gruis eraf, zodat alle mechanische hulpstukken soepel blijven functioneren.
PERIODIEKE INSPECTIE EN PERIODIEK ONDERHOUD
1.
De gebruiker dient vóór ieder gebruik de uitrusting te controleren met inachtneming van de onderstaande
richtlijnen:
2.
De veiligheid van de gebruiker is afhankelijk van de voortdurende efficiëntie en duurzaamheid van de uitrusting
en derhalve dient een onafhankelijke deskundige, die bekend is met het inspecteren van dit type uitrusting,
periodiek een aanvullende, grondige inspectie uit te voeren.
3.
Bij de controle- en inspectiefrequentie dient men rekening te houden met wetgeving, het type uitrusting, de
gebruiksfrequentie en milieutechnische voorwaarden. Er dient tenminste eens per 12 maanden een controle
en inspectie te worden uitgevoerd en de resultaten en datum van de inspectie dienen te worden vastgelegd.
4. De volledige uitrusting dient na een periode van maximaal 10 jaar na productiedatum te worden vervangen.

Publicité

loading

Produits Connexes pour RIDGEGEAR RGH2

Ce manuel est également adapté pour:

Rgh1Rgh4Rgh5