Let erop dat het opstellingsoppervlak voor de magneet-
voet vlak, schoon en vrij van roest en ijs is. Verwijder,
lak, plamuur en andere materialen. Voorkom een lege
tussenruimte tussen magneetvoet en opstellingsopper-
vlak. Door de tussenruimte is de magnetische vast-
houdkracht minder.
Gebruik deze machine niet op hete oppervlakken.
Anders kan de magneetvasthoudkracht voor lange tijd
minder worden.
Gebruik bij werkzaamheden altijd de magneetvoet en
let erop dat de magnetische vasthoudkracht voldoende
is.
Bij werkzaamheden aan niet-magnetiseerbare materia-
len moeten geschikte, als toebehoren verkrijgbare
FEIN-bevestigingsvoorzieningen zoals een vacuümplaat
of pijpboorvoorziening worden gebruikt. Neem daar-
voor de desbetreffende gebruiksaanwijzingen in acht.
Bij werkzaamheden aan staalmateriaal met een materi-
aaldikte van minder dan 12 mm moet ter waarborging
van de magnetische vasthoudkracht het werkstuk met
een extra staalplaat worden versterkt.
Als de magneetvoet defect is, start de motor niet.
Bij overbelasting stopt de motor zelfstandig en moet
deze opnieuw worden gestart.
Gebruik alleen de beslist noodzakelijke voorwaartse
kracht. Te hoge voorwaartse krachten kunnen leiden
tot breuk van het inzetgereedschap en tot verlies van de
magnetische vasthoudkracht.
Als de stroomtoevoer wordt onderbroken terwijl de
motor loopt, voorkomt een veiligheidsschakeling het
automatisch opnieuw starten van de motor. Schakel de
motor opnieuw in.
Verstel de transmissiestand alleen als de motor stilstaat
of uitloopt.
Stop de boormotor tijdens het boren niet.
Trek de kernboor alleen terwijl de motor loopt uit het-
boorgat.
Stop de boormotor en draai de kernboor tegen de wij-
zers van de klok in voorzichtig naar buiten, in het geval-
dat de kernboor in het materiaal blijft steken.
Verwijder na elke boorbewerking de spanen en de uit-
geboorde kern.
Raak de spanen niet met uw blote hand aan.
Gebruik altijd een spanenhaak
(6 42 01 001 00 0).
Verbrandingsgevaar! Het oppervlak van de mag-
neet kan hoge temperaturen bereiken. Raak de
magneet niet met uw blote hand aan.
Beschadig bij het vervangen van de boor de snijkanten
niet.
Verwijder bij het kernboren van gelaagd materiaal na
elke doorboorde laag de kern en de spanen.
Gebruik de kernboormachine niet met een defect koel-
middelsysteem. Controleer voor elk gebruik de dicht-
heid en of er scheuren in de slangen zitten. Voorkom
dat er vloeistof in elektrische delen binnendringt.
De kernboormachine is voorzien van een temperatuur-
schakelaar. Als de motor te warm wordt, wordt de kern-
boormachine uitgeschakeld.
Is de motor afgekoeld, kan de kernboormachine weer
worden ingeschakeld.
Om de afkoeltijd te verkorten, kunt u de motor inscha-
kelen door de inschakelknop ingedrukt te houden. Tij-
dens de afkoeltijd loopt de motor alleen als de
inschakelaar is ingedrukt.
PRCD-veiligheidsschakelaar (*) (zie pagina 10)
De PRCD-schakelaar ter bescherming van personen is
speciaal bedoeld voor uw veiligheid. Gebruik deze
daarom niet als aan/uit-schakelaar.
Is de PRCD-schakelaar ter bescherming van personen
beschadigd, bijv. door contact met water, dient u deze
niet meer te gebruiken.
De PRCD-schakelaar is absoluut noodzakelijk. Deze
dient ter bescherming van de bediener van het elektri-
sche gereedschap tegen een elektrische schok. Bij sto-
ringsvrije werking brandt de controlelamp van de
PRCD-schakelaar rood.
Controleer vóór het begin van de werkzaamheden de
juiste werking van de PRCD-schakelaar:
1. Steek de stekker van de PRCD-schakelaar in de net-
contactdoos.
2. Druk op de RESET–toets. De controlelamp op de
PRCD-schakelaar brandt rood.
3. Trek de stekker uit de contactdoos De rode contro-
lelamp gaat uit.
4. Herhaal de stappen 1. en 2.
5. Druk op de TEST–toets. De rode controlelamp gaat
uit. Als de rode controlelamp niet uitgaat, machine niet
in gebruik nemen. Neem contact op met de service.
6. Druk op de RESET–toets. Bij een rode controlelamp
kan het elektrische gereedschap worden ingeschakeld.
Gebruik de PRCD-schakelaar niet voor het in- en uit-
schakelen van het elektrische gereedschap.
Onderhoud en klantenservice.
Onder extreme gebruiksomstandigheden
kan bij het bewerken van metalen geleidend
stof in het elektrische gereedschap terecht-
komen. Daardoor kan de veiligheidsisolatie van het
elektrische gereedschap worden geschaad. Blaas het
inwendige van het elektrische gereedschap door de
ventilatieopeningen met droge en olievrije perslucht
uit.
Vervang stickers en waarschuwingen op het elektrische
gereedschap bij veroudering en slijtage.
Na enkele bedrijfsuren kan de speling in de zwa-
luwstaartgeleiding groter worden. Als gevolg daarvan
kan de boormotor vanzelf langs de zwaluwstaartgelei-
ding glijden. In dit geval dient u alle schroefdraadpennen
van de zwaluwstaartgeleiding zodanig aan te draaien dat
de boormotor handmatig gemakkelijk kan worden
bewogen, maar niet vanzelf glijdt (zie pagina 18).
Als de aansluitkabel van het elektrische gereedschap
beschadigd is, moet deze worden vervangen door de
fabrikant of zijn vertegenwoordiger.
nl
49