12. Bediening van de binnen-/buitensensoren
a) Zoeken naar sensoren
Indien op het display slechts streepjes zichtbaar worden (bijv. voor de regensensor "- - - . -"), dan kunt u handmatig
gaan zoeken naar alle buitensensoren.
Hou de toets " " (16) zo lang ingedrukt, tot bovenaan op het display het symbool voor de ontvangst van de
buitensensoren gaat knipperen.
Het zoeken naar sensoren kan enkele minuten duren.
Indien een van de sensoren niet wordt gevonden, dan controleert u de batterijen daarvan; plaats de sensor op een
andere plaats, verklein de afstand tussen weerstation en sensor.
b) Achtergrondverlichting
Bij gebruik van het meegeleverde netdeel kan de achtergondverlichting blijvend worden ingeschakeld (resp. ze
schakelt zelf in bij duisternis, en weer uit overdag).
Bij batterijbedrijf is slechts een kort inschakelen van de achtergrondverlichting mogelijk, om stroom te
sparen zodat de batterijen langer meegaan.
Met de schakelaar "LIGHT SENSOR" (11) kan de gewenste functie geselecteerd worden:
ON
De achtergrondverlichting is blijvend ingeschakeld (alleen bij gebruik van het meegeleverde netdeel).
OFF
De achtergrondverlichting is uitgeschakeld, ze wordt slechts enkele seconden ingeschakeld, als de
toets "LIGHT" kort wordt ingedrukt.
AUTO
De achtergrondverlichting wordt bij duisternis ingeschakeld en overdag uitgeschakeld.
De gevoeligheid van de helderheidsherkenning (en daarmee de drempel voor het automatisch in-/uitschakelen van
de achtergrondverlichting) wordt met de schakelaar "SENSITIVITY" (12) gekozen, twee standen ("HIGH" en "LOW")
zijn mogelijk.
187