1.1 - CONTROLES VOORAF EN IDENTIFICATIE VAN HET TYPE GEBRUIK
Het automatisme mag niet gebruikt worden voordat de indienststelling uitgevoerd is, zoals aangeduid wordt in de paragraaf „Testen
en indienststelling". Er wordt op gewezen dat het automatisme niet voorziet in defecten die veroorzaakt worden door een verkeerde
installatie of door slecht onderhoud. Alvorens tot installatie over te gaan, dient dus gecontroleerd te worden of de structuur geschikt is en
in overeenstemming met de heersende normen is. Indien nodig moeten alle structurele wijzigingen aangebracht worden die nodig zijn voor
de realisatie van veiligheidszones en de bescherming of afscheiding van alle zones waarin gevaar voor verbrijzeling, snijwonden, meesleuren
bestaat. Controleer verder of:
• Het hek bij opening en sluiting geen wrijvingspunten vertoont.
• Het hek moet voorzien zijn van mechanische aanslagen voor overtravel.
• Het hek goed in balans gebracht is, dus in ongeacht welke positie stopt en niet spontaan in beweging komt.
• De positie voor de bevestiging van de reductiemotor een gemakkelijke en veilige handmatige manoeuvre mogelijk maakt die compatibel
is met het ruimtebeslag van de reductiemotor.
• De houder waarop het automatisme bevestigd wordt, solide en duurzaam is.
• Het voedingsnet waarop het automatisme aangesloten wordt, een veiligheidsaarde heeft, alsmede een differentieelschakelaar met een
activeringsstroom die kleiner of gelijk is aan 30 mA, speciaal voor de automatisering (de openingsafstand van de contacten moet groter
of gelijk zijn aan 3 mm).
Let op: het minimum veiligheidsniveau is afhankelijk van het type gebruik. Raadpleeg onderstaand schema:
TYPE BEDIENINGSORGANEN
VOOR ACTIVERING
Bediening hold tot run
Afstandsbediening en sluiting op
zicht (bijv. infrarood)
Afstandsbediening en sluiting
niet op zicht (bijv. radiogolven)
Automatische bediening (bijv.
getimede bediening van de
sluiting)
GROEP 1 - Slechts een beperkt aantal mensen is geautoriseerd tot het gebruik en de sluiting vindt niet in een openbare zone plaats
Een voorbeeld van dit type zijn hekken binnen bedrijven, waarvan de gebruikers alleen de werknemers zijn, of een deel daarvan, die op
adequate wijze geïnformeerd zijn.
GROEP 2 - Slechts een beperkt aantal mensen is geautoriseerd tot het gebruik maar in dit geval vindt de sluiting niet in een openbare zone
plaats. Een voorbeeld kan een bedrijfshek zijn dat toegang op een openbare weg heeft en dat alleen door de werknemers gebruikt kan
worden.
GROEP 3 - Ongeacht wie kan de geautomatiseerde sluiting gebruiken, die zich dus op openbare grond bevindt. Bijvoorbeeld de
toegangspoort van een supermarkt of een kantoor of ziekenhuis.
BESCHERMING A - De sluiting wordt geactiveerd met een bedieningsknop hold to run, dus zo lang de knop ingedrukt blijft.
BESCHERMING B - De sluiting wordt geactiveerd met een bedieningsorgaan hold tot run, een keuzeschakelaar met sleutel of iets
dergelijks, om gebruik door onbevoegden te voorkomen.
BESCHERMING C - Beperking van de krachten van de vleugel van de poort of het hek. Dit betekent dat de impactkracht binnen een door
de norm vastgestelde curve moet liggen als het hek een obstakel treft.
BESCHERMING D - Voorzieningen, zoals fotocellen, die erop gericht zijn de aanwezigheid van mensen of obstakels te detecteren. Ze
kunnen alleen aan één zijde, dan wel aan beide zijden van de poort of het hek actief zijn.
BESCHERMING E - Gevoelige voorzieningen, zoals voetenplanken of immateriële barrières, die erop gericht zijn de aanwezigheid van een
mens te detecteren en die zo geïnstalleerd zijn dat deze op geen enkele manier door de bewegende hekvleugel geraakt kan worden. Deze
voorzieningen moeten actief zijn in de gehele "gevarenzone" van het hek. Onder "gevarenzone" verstaat de Machinerichtlijn iedere zone
binnenin en/of in de nabijheid van een machine waarin de aanwezigheid van een blootgestelde persoon een risico voor diens veiligheid en
gezondheid vormt.
De risicoanalyse moet rekening houden met alle gevarenzones van de automatisering, die op passende wijze afgeschermd en
aangeduid moeten worden.
Breng op een zichtbare plaats een bord aan met de identificatiegegevens van de gemotoriseerde poort of hek.
De installateur moet alle informatie over de automatische werking, de noodopening van de gemotoriseerde poort of hek en
het onderhoud verstrekken en aan de gebruiker overhandigen.
All manuals and user guides at all-guidesbox.com
GROEP 1
Geïnformeerde mensen
(gebruik in particuliere zone)
A
C of E
C of E
C en D of E
- 183 -
TYPE GEBRUIK VAN DE SLUITING
GROEP 2
Geïnformeerde mensen
(gebruik in openbare zone)
B
C of E
C en D of E
C en D of E
GROEP 3
Geïnformeerde mensen
(onbeperkt gebruik)
Is niet mogelijk
C en D of E
C en D of E
C en D of E