Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
1.7
Aanbevolen verduisteringsnummer volgens EN 379
Lasproces
0.5
1
2.5
Bedekte
elektroden
MIG (staal)
MIG (lichte
legeringen)
TIG
MAG
5 6 7 8 9
Plasmalassen
Plasmasnijden
2.
DEEL 2 - COMPLEET PANTERA LUCHTSYSTEEM
2.1
Inleiding
Het Pantera luchtsysteem is een gecombineerd gezichts- en verseluchtsysteem voor meer veiligheid
en comfort tijdens het lassen. Lees deze instructies aandachtig door voordat u het uitpakt. Voor een
juist gebruik, zie de gebruiksaanwijzing of neem contact op met de fabrikant voor hulp.
Het adembeschermingssysteem mag niet worden gebruikt:
• In een gevaarlijke omgeving voor de gezondheid en veiligheid van de gebruiker, een omgeving
met een zuurstofgehalte van minder dan 17% of met onbekende stoffen.
• In besloten of niet-geventileerde omgevingen zoals bochten, enz.
• In de buurt van vlammen of uitsteeksels.
• In een explosiegevaarlijke zone.
• In een zeer winderige zone.
• Als het filter niet is geïnstalleerd.
2.2
Goedkeuringen
Het systeem voldoet aan de eisen van de PBM-verordening 2016/425 en de Europese norm EN
12941: 1998 +A1:2003+A2:2008 TH3 R SL. Het ademhalingsbeschermingssysteem is ontworpen om
een toevoer van gefilterde lucht via een ademslang naar een lasgelaatsstuk te leveren. De apparatuur
kan worden gebruikt in een omgeving die een adembeschermingsapparaat van klasse TH3 P vereist.
Het beschermt tegen vervuiling door fijnstof.
Alle componenten die in het ademhalingsbeschermingssysteem worden gebruikt, moeten door de
fabrikant goedgekeurde onderdelen zijn en moeten worden gebruikt in overeenstemming met de
instructies in deze handleiding.
1.
De goedkeuring is niet geldig als het product verkeerd wordt gebruikt in combinatie met
niet-goedgekeurde onderdelen of componenten.
2.
Alleen het deeltjesfilter en voorfilter kunnen samen met dit systeem worden gebruikt.
Filters van andere fabrikanten mogen in geen geval worden gebruikt.
2.3
Waarschuwing en gebruiksbeperkingen
Inspecteer het ademhalingsbeschermingssysteem vóór elk gebruik op schade en controleer of het
goed werkt. Voordat u het ademhalingsbeschermingssysteem gebruikt, moet u de luchtstroom testen
om te controleren of deze voldoende lucht levert.
Draag altijd het ademhalingssysteem en verwijder het hoofddeksel niet of schakel de luchtfiltereenheid
niet uit tot buiten het verontreinigde gebied. Anders bestaat het risico op een hoge concentratie CO2
5
10 15 20 30 40 60 80 100 125 150 175 200 225 250 275 300 350 400 450 500 550
9
9
10
10
11
Ampère
10
11
10
11
10
11
11
12
10
11
12
12
13
11
12
12
13
12
13
12
13
14
13
14
13
14
14
13
14
14
15
15
15
9
Publicité
