Télécharger Imprimer la page

Sime RM 42 E BF Instructions D'installation page 18

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

1.4
VOORNAAMSTE ONDERDELEN
2
INSTALLATIE
De ins t allatie moe t als vas t
beschouwd worden en mag uitslui-
tend door gespecialiseerde en des-
kundige bedrijven worden nitgevoerd
in
over eens t emming
betreffende wettelijke voorschriften
en de aanwijzingen die in deze handlei-
ding voorkomen. De voorschriften en
de reglementen van de brandweer, het
gasbedrijf en de gemeente moeten
hierbij in acht genomen worden.
2. 1
VENTILATIE VAN DE
KETELRUIMTE
De verbrandingskamer en luchttoevoer-
circuit van de RM 42 E BF zijn herme-
tisch gesloten t.o.z. van de omgeving, en
kunnen in iedere huishoudelijke omge-
ving geïnstalleerd worden.
2.2
AANSLUITING
VAN DE INSTALLATIE
Reinig zorgvuldig alle buizen van de
installatie alvorens de ketel aan te slui-
ten. Daardoor worden eventuele resi-
du verwijderd, die de goede werking
van het toestel zouden kunnen com-
promitteren.
16
8
7
6
5
De afvoer van de veiligheidskleppen
moet aan een verzameltrechter ver-
bonden zijn, om de eventuele verstop-
ping bij interventie in een bepaalde
me t
de
richting te voeren.
De gasaansluiting moet met verzinkte
stalen leidingen zonder lasnaden (type
Mannesmann), en met schroefdraad-
keppelingen en afdichtingen tot stand
gebracht worden. Gebruik geen driede-
lige koppelingen behalve voor de begin-
en de eindaansluitingen. Bij de door-
voer door muren moet de leiding ter
bescherming in een speciaal omhulsel
gedaan worden. Bij het bepalen van de
afmetingen van de gasleidingen, van de
meter naar de ketel, moet er zowel
rekening gehouden worden met het
debiet volume (verbruik) in m
met de betreffende dichtheid van het in
aanmerking komende gas.
De doorsneden van de leidingen waar
de installatie uit bestaat moeten zoda-
nig zijn dat er voldoende gas toege-
voerd wordt om aan de maximale
waarde te voldoen en om het drukver-
lies tussen de meter en het gebruik-
stoestel te beperken tot max.:
– 1,0 mbar voor de gassen van de
tweede familie (G20-G25)
– 2,0 mbar voor de gassen van de
derde familie (G30-G31).
1
2
LEGENDE
1 Bedieningspaneel
3
2 Ventilator
3 Jolly ontluchter
4
4 Omhulsel 1/2"
5 Ontstekingselektrode
6 Gasafsluiter
7 Circulatiepomp
8 Rookgaspressostaat
In de mantel is een zelfklevend plaatje
aangebracht waar de technische gege-
vens op vermeld staan en de gassoort
waar de ketel op ingesteld is.
2.2. 1 Filter op de gasleiding
De gaskep is standaard voorzien van
een inlaatfilter welke echter niet in
staat is om al het vuil dat het gas
bevat en dat in de leidingen van het net
zit tegen te houden.
Om te voorkomen dat de klep niet goed
functioneert of in sommige gevallen
zelfs de beveiligingen waar de klep mee
uitgerust is uitgeschakeld worden,
wordt geadviseerd om een geschikt fil-
3
/h als
ter op de gasleiding van de ketel te
monteren.
2.3
Om de vorming van ketelsteen of kalkaf-
zetting in de primaire warmtewisselaar
te voorkomen moet ook het leidingwa-
ter dat voor de verwarmingsinstallatie
gebruikt wordt in overeenstemming
met de norm UNI-CTI 8065 onthard
worden. Het gebruik van onthard water
Fig. 3
KENMERKEN VAN HET
KETELVOEDINGSWATER

Publicité

loading