Télécharger Imprimer la page

MTD 769-09991E Mode D'emploi page 47

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 19
Bediening
Explosie- en brandgevaar
Brandstof- en benzinedampen zijn explosief en
brandstof is zeer brandbaar.
Vul de tank met brandstof voordat u de motor start.
De tank moet gesloten blijven als de motor loopt of
nog heet is. Vul de tank alleen met brandstof als de
motor is uitgeschakeld en afgekoeld. Vermijd open
vuur en vonkvorming en rook niet. Tank het appa-
raat alleen in de open lucht.
Start de motor niet als brandstof is gemorst.
Machine van de plaats duwen waar de brandstof
is gemorst en wachten totdat de brandstofdampen
vervluchtigd zijn.
Om brandgevaar te voorkomen, de volgende onder-
delen vrij houden van gras en lekolie: Motor, uitlaat
en brandstoftank.
Gevaar
Verwondingsgevaar defecte machine
Gebruik de machine alleen in probleemloze toe-
stand. Voer vóór elk gebruik een visuele controle uit.
Controleer vooral veiligheidsvoorzieningen, maaige-
reedschappen en bevestiging, bedieningselementen
en schroefverbindingen en controleer of deze niet
beschadigd zijn en goed vastzitten.
Vervang beschadigde onderdelen vóór het in
gebruik nemen.
Gevaar
Verwondingsgevaar
Geen test-, controle-, onderhouds- of instelwerk-
zaamheden uitvoeren terwijl de motor loopt of heet is.
Werktijden
Neem de nationale/gemeentelijke voorschrif-
ten met betrekking tot de gebruikstijden in
acht (evt. bij de verantwoordelijke instantie
opvragen).
Vóór elk gebruik
Het volgende controleren:
alle veiligheidsvoorzieningen,
het oliepeil van de motor (zie motorhandboek),
de inhoud van de tank,
de bandenspanning,
Ventilatiesleuven rondom de motor op vuil en
maairesten.
Tanken en oliepeil controleren
Aanwijzing
De motor is in de fabriek al met olie gevuld
s.v.p. controleren en indien nodig bijvullen.
Tank loodvrije benzine. Zie motorhandboek.
Vul de brandstoftank tot maximaal 2,5 cm onder
de rand van de vulopening.
Brandstoftank goed afsluiten.
Controleer het oliepeil. Het oliepeil moet tussen
de markeringen „FULL/max." en „ADD/min." liggen
(Zie ook het handboek van de motor).
Bandenspanning controleren
Aanwijzing
Om productieredenen kan de bandenspan-
ning hoger zijn dan noodzakelijk.
Bandenspanning controleren. Indien nodig corri-
geren (zie gedeelte „Onderhoud"):
- voor:
1,0 bar
- achter:
0,7 bar
Bestuurdersstoel instellen
Afb. 2
Stoel in de gewenste positie brengen.
Stuurwiel instellen(afhankelijk van mo-
del)
Afb. 3
Vergrendelingsknop indrukken en stuurwiel in de
gewenste positie (a, b, c) brengen.
Aanwijzing
Op correcte vergrendeling van de vergren-
delingsknop letten.
Motor starten
Aanwijzing
Sommige modellen hebben geen choke. De
motor stelt zich automatisch op de start in.
Open de benzinekraan (indien aanwezig – zie de
motorhandboek).
Neem plaats op de bestuurdersstoel.
Het snijwerk uitschakelen en omhoog zetten:
- PTO-hendel in Uit-stand
- De hendel voor het instellen van de maaihoogte
instellen op „5" (snijmechanisme boven).
De parkeerrem activeren.
Zet de rijrichtinghendel op „N".
Zet de gashendel op
Trek bij een koude motor de choke uit of zet de
gashendel op
.
Draai de contactsleutel naar
(startpoging max. 5 seconden, wacht 10 seconden
tot de volgende poging). Loopt de motor, de con-
tactsleutel naar
/
Zodra de motor loopt, choke/gashendel langzaam
terugzetten tot de motor rustig loopt.
Motor stoppen
Zet de gashendel in de middelste gasstand.
Laat de motor ca. 20 minuten lopen.
Zet de contactsleutel naar
Trek de contactsleutel uit het contactslot.
Activeer de parkeerrem voordat u de machine
verlaat.
brengen.
.
tot de motor loopt
zetten.
.
NL
47

Publicité

loading