Monteren
Monteren
De machine monteren
Aan het einde van de gebruiksaanwijzing of als
bijlage is de montage van de machine in afbeeldin-
gen weergegeven. Er kunnen kleine verschillen zijn
tussen de afbeeldingen en uw machine.
De accu in gebruik nemen
Gevaar
Vergiftigings- en verwondingsgevaar
door accuzuur
Draag een veiligheidsbril en werkhandschoenen.
Voorkom contact van de huid met accuzuur.
Krijgt u accuzuur in het gezicht op spat het in uw
ogen, onmiddellijk spoelen met water en bezoek
daarna een arts.
Drink veel water als u accuzuur hebt ingeslikt en
bezoek onmiddellijk een arts.
Bewaar accu's buiten het bereik van kinderen.
Kantel de accu nooit. Anders kan er accuzuur
uitlopen.
Geef overgebleven accuzuur af bij uw leverancier of
een afvalverwerkingsbedrijf.
Let op
Brandgevaar, explosie en corrosie door
accuzuur en gassen van het accuzuur
Reinig de machinedelen waarop accuzuur is gespat
onmiddellijk. Accuzuur werkt corroderend. Rook
niet en houd brandende en hete voorwerpen uit de
buurt.
Mogelijke kortsluiting bij werkzaamheden aan de
accu
Leg geen gereedschappen of metalen voorwerpen
op de accu.
Houd rekening met de montagevolgorde bij los- en
vastmaken van de accuklemmen.
Neem de accu alleen in gebruik met gemonteerde
afdekking van de accupolen (afhankelijk van de
uitvoering als afdekkap aan de pluspool of als com-
plete beschermende afdekking van de accu)
Klemmen losmaken
Eerst de zwarte kabel (–) en vervolgens de rode
■
kabel (+) losmaken.
Klemmen vastmaken
Eerst de klem van de rode kabel (+) en vervolgens
■
de klem van de zwarte kabel (–) vastmaken.
De accu is gevuld met accuzuur en in de fabriek
verzegeld. Maar ook een „onderhoudsvrije" accu
heeft onderhoud nodig om een bepaalde levensduur
mogelijk te maken.
Houd de accu schoon.
■
Vermijd het kantelen van de accu. Ook uit een
■
„verzegelde" accu loopt elektrolytvloeistof wan-
neer deze wordt gekanteld.
Laad de accu voor de eerste inbedrijfstelling met
■
een 12-V-acculader (maximale laadstroom 1,1 A)
12 tot 14 uur op. Na het laden eerst de voedings-
stekker van het laadapparaat eruit trekken en dan
de accu afklemmen (Zie ook de gebruikshandlei-
ding van het laadapparaat).
Uw machine in één oogopslag
Let op Beschadiging van de machine.
Hier worden eerst de functies van de bedienings- en
indicatie-elementen beschreven. Nog geen functies
uitvoeren!
Afb. 1
1 Hendel voor snelheidsstanden/vastzetrem
Snelheid (afb. 4a):
Lage snelheid
= hendel op „1".
Hoge snelheid
= hendel op „6" of „7" (optioneel).
Snelheid verhogen
= verstel de rijstanden zonder bediening van het
koppelings- en rempedaal.
Snelheid verlagen
= verstel de rijstanden met bediening van het
koppelings- en rempedaal (half indrukken).
Vastzetrem (afb. 4b):
De parkeerrem activeren: koppelings- en rempe-
daal helemaal indrukken. Hendel voor snelheids-
stand op
duwen. De parkeerrem losmaken:
Koppelings-/rempedaal helemaal indrukken.
Hendel naar een snelheidsstand duwen.
2 Koppelings- en rempedaal
Koppel = pedaal half indrukken.
Remmen = pedaal volledig indrukken.
.
Aanwijzing
Dient ook voor activeren/deactiveren van de
parkeerrem.
3 Hendel voor maaihoogte-instelling
Met de hendel de verschillende maaihoog-
testanden instellen (1 tot max. 5 - afhankelijk van
model).
Stand 1 = laagste maaihoogte – snijmechanisme
helemaal omlaag.
Stand 5* = hoogste maaihoogte – snijmechanisme
helemaal omhoog.
(* Afhankelijk van model. Hoogste getal komt
overeen met de hoogste maaihoogte).
4 Indicatie tankinhoud (afhankelijk van model)
Geeft in het kijkvenster het peil van de brandstof-
tank (afb. 7).
NL
45