De moet altijd zodanig gedimensioneerd worden dat:
• het nuttige volume (overweeg de hoeveelheid toegevoerde water en het vermogen van de pomp) het aantal starts/uur van de
pomp beperkt: zie het toelaatbare aantal starts per uur (hfdst. 3 Beoogde toepassing)
• er tijdens de stilstandstijden van de elektrische pomp geen harde bezinksels kunnen ontstaan.
Monteer een terugslagklep op de persleiding, bij voorkeur op een horizontaal en gemakkelijk bereikbaar gedeelte.
Bevestig, altijd op de oogbout (DM, DV, DC en DTR) of de greep (DP, DPV, DX, DG, DH, DB) van de pomp, een veiligheidskabel
of -ketting van niet-bederfelijk materiaal; gebruik de veiligheidskabel altijd voor het heffen en laten zakken van de pomp, in het
bijzonder als de persleiding van plastic of flexibel materiaal is. Denk eraan om de voor het laten zakken van de pomp gebruikte
veiligheidskabel altijd op de bovenste rand van de put of het luik te bevestigen.
Bevestig de voedingskabel met kabelbinders op de veiligheidskabel en zorg ervoor dat de voedingskabel ontspannen blijft om
belasting te voorkomen (Afb 4)
Gebruik voor het ondersteunen van de pomp nooit de elektrische voedingskabel en/of de eventuele vlotter. (Afb 1)
Het verdient altijd de voorkeur dat de pomp tijdens de werking, ook in geval van verplaatsbare installatie, niet hangt, maar op een
stevige ondergrond wordt geplaatst.
(DM, DV, DC en DTR) Vaste installatie (Afb 2)
Om ervoor te zorgen dat de pomp eventueel verwijderd kan worden, zonder dat het systeem moet worden leeggemaakt, moeten
stroomafwaarts van de terugslagklep een afsluitklep en een aansluiting worden voorzien, zodat ook de terugslagklep onderhou-
den en gereinigd kan worden.
Om te voorkomen dat de trillingen, typerend voor elke roterende machine, niet versterkt worden, wordt aangeraden om de
steunvoet van de pomp stevig op de bodem van het bassin te bevestigen; voorzie ook de verankering en ondersteuning van de
persleiding.
Als de pomp moet functioneren op zanderige en/of modderige punten, zorg er dan voor dat hij op een stevige ondergrond wordt
geplaatst en in ieder geval op een zekere afstand tot de bodem.
(DM, DV, DC en DTR) Vaste installatie met koppelingsvoet (Afb 3)
Ga voor elektrische pompen met deze optie als volgt te werk:
• bevestig de koppelingsvoet met expansiebouten op de bodem van het bassin;
• installeer de persleiding en de betreffende terugslagklep en afsluitklep: voor het onderhoud en de reiniging van de klep
wordt aangeraden om de afsluitklep en de terugslagklep op horizontale en eenvoudig bereikbare leidingstukken te installeren,
waarbij de afsluitklep stroomafwaarts van de
terugslagklep gemonteerd moet worden;
• sluit de twee richtbuizen aan op de koppelingsvoet en bevestig ze aan de bovenkant met behulp van de specifieke geleide-
beugel,
de betreffende dichtingsringen en schroefringen (dit alles om de uitlijning tussen de richtbuizen te verzekeren);
• bevestig de koppelingsslede op de pomp en laat de pomp met behulp van de kabel of ketting zakken: door middel van de richt-
buizen zal de pomp perfect op de voet gekoppeld worden.
Dit is de meest geschikte oplossing voor de vaste installaties omdat de verwijdering en de latere terugplaatsing van de elektrische
pomp in het bassin worden vereenvoudigd en versneld en het dus mogelijk is om de pomp te onderhouden en te reinigen zonder
dat het opvangbassin moet worden leeggemaakt of er bouten moeten worden losgedraaid.
9 Elektrische aansluiting
De elektrische pompen DP, DPV, DX, DG, DH en DB worden geleverd met voedingskabel en stekker, en zijn dus klaar voor
de installatie en het gebruik. De elektrische pompen DM, DV, DC en DTR moeten door de gebruiker worden voorzien van een
voorziening voor loskoppeling van de stroomvoorziening, opgenomen in de vaste bedrading.
De elektrische aansluiting moet altijd door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd en in overeenstemming met de
normen van kracht in het land van bestemming.
Controleer of de spanning/frequentie van het elektriciteitsnet overeenkomen met de gegevens van het typeplaatje van de elek-
trische pomp. Controleer dat het voedingselektriciteitsnet efficiënt geaard is, d.w.z. dat de pomp daadwerkelijk voorzien is van
adequate aarding.
De voedingskabel en/of de eventuele vlotter mogen nooit op enige manier belast, getrokken of gebogen worden met scherpe
bochten.
Zorg er tijdens de installatie voor dat het vrije uiteinde van de voedingskabel nooit in water wordt ondergedompeld en goed
beschermd wordt tegen mogelijk binnendringend water of vocht. Besteed bijzondere aandacht aan de intacte staat van de kabels;
ook slechts kleine schuurplekken kunnen leiden tot het binnendringen van water in de elektrische motor.
Indien de kabels beschadigd zijn, moeten ze bij voorkeur vervangen en niet gerepareerd worden. Wanneer er verlengsnoeren
worden gebruikt, moet het punt van aansluiting op het droge blijven en moet het verlengsnoer een geschikte doorsnede hebben.
Sommige eenfasige elektrische pompen, voorzien van motorbeveiliging, kunnen onverwachts opnieuw opstarten na een on-
derbreking wegens oververhitting en het inschakelen van de beveiliging: vóór werkzaamheden aan de elektropomp altijd de
stroomvoorziening uitschakelen.
De afkoeltijd van de beveiligingsschakelaar van de motor bedraagt ongeveer 15 minuten, waarna de elektrische pomp weer auto-
matisch wordt ingeschakeld. In ieder geval moet de oorzaak van het ingrijpen van de thermische beveiliging worden opgespeurd
en verholpen (waaier geblokkeerd door vreemde voorwerpen in de pomp, te hoge temperatuur vloeistof).
NL - VERTALING VAN DE ORIGINELE TAAL
41