Veiligheidsfuncties; Noodknop; Beveiligingsschakelaar Opening Motorklep; Microschakelaar Van De Bestuurdersstoel - Nilfisk SR1000S P Instructions D'utilisation

VEILIGHEIDSFUNCTIES

De machine is voorzien van de volgende veiligheidsfuncties.

NOODKNOP

Deze bevindt zich in een positie (8, Afb. B) die binnen bereik
van de bediener ligt. Deze moet worden ingedrukt als alle
functies van de machine meteen moeten worden gestopt.
BEVEILIGINGSSCHAKELAAR OPENING
MOTORKLEP
Deze wordt ingeschakeld als de motorkap van de machine
wordt geopend: alle functies worden uitgeschakeld.
Als de machine blijft werken wanneer de motorkap open
staat, neem dan onmiddellijk contact op met een bevoegd
servicecentrum of uw leverancier.
MICROSCHAKELAAR VAN DE
BESTUURDERSSTOEL
Deze bevindt zich in de bestuurdersstoel en zorgt dat het
aandrijfsysteem van de machine niet werkt wanneer de
bediener niet op de stoel zit.
146 1960 000(2)2006-06 A
GEBRUIKSAANWIJZING

STORINGEN LOKALISEREN

PROBLEEM
De motor start niet als u de
contactschakelaar gebruikt.
De motor stopt tijdens de
werkzaamheden.
De zijborstels draaien niet.
U trapt het pedaal in (5, Afb.
C), maar de machine beweegt
niet.
(1): zie voor de betreffende procedure de handleiding van de
benzinemotor.
Neem voor meer informatie contact op met de servicecentra
van Nilfisk-Advance. Zij beschikken over de
werkplaatshandleiding.
OPLOSSING
Controleer of er voldoende
motorolie in de machine aanwezig
is (1).
Controleer of het brandstofkraantje
open staat.
Controleer of de tank brandstof
bevat.
Controleer of de motorklep goed is
gesloten.
Controleer of de brandstof in de
carburateur komt (1).
Controleer of de bougie vonkt (1).
Controleer of er voldoende
motorolie in de machine aanwezig
is (1).
Controleer of de tank brandstof
bevat.
Laat de zijborstels zakken.
Controleer of zekering F5 in het
kastje (23, Afb. U) intact is.
Controleer of de parkeerrem (6
met 7, Afb. C) uitgeschakeld is.
Controleer of de schakelaar (27,
Afb. U) in de stand 'I' staat.
Controleer of het gaspedaal (5,
Afb. C) niet wordt ingedrukt tijdens
het starten met de
contactschakelaar (2, Afb. B) of
wanneer de bediener op de stoel
zit. Activeer het gaspedaal (5, Afb.
C) alleen nadat u op de
bestuurdersstoel bent gaan zitten
en de motor heeft gestart.
15