Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
De thermische ontsmetting (beschikbaar in de systemen 1, 3 en
8) wordt beheerd door de volgende parameters:
− ACTIVERING FUNCTIE THERMISCHE ONTSMETTING - DTON (ON)
− TEMPERATUUR THERMISCHE ONTSMETTING - TMPD (60°C)
− TOEZICHTSPERIODE THERMISCHE ONTSMETTING - PRDM (01:00)
− VERWARMINGSPERIODE THERMISCHE ONTSMETTING - PRDR
(01:00)
− TELLER THERMISCHE ONTSMETTING BEZIG - CNTD
− TIJD ACTIVERING VERTRAAGDE THERMISCHE ONTSMETTING -
ORAD (00:00)
S1
U1
SET
3.31 Temperatuur thermische ontsmetting
TMPD (par. n°: 194)
Met deze parameter kan de temperatuur voor de ontsmetting
van het bovenste deel van de accumulator worden ingesteld.
S1
U1
SET
3.32 Toezichtsperiode thermische ontsmetting
PRDM (par. n°: 195)
Met deze parameter kan de toezichtsperiode van de tempera-
tuur van de accumulator worden ingesteld..
Het instelbereik is: 0..30:0..24 (dd:uu)
De toezichtsperiode start zodra de temperatuur gedetecteerd
door de sonde S3 daalt onder de ontsmettingstemperatuur
TMPD. Indien de door S3 gedetecteerde temperatuur constant
hoger is dan TMPD, gedurende de gehele verwarmingsperiode
PRDR, wordt de thermische ontsmetting beëindigd en start een
nieuwe toezichtsperiode.
S3
S2
o n
S3
S2
° c
60 0
U1
SET
3.33 Verwarmingsperiode thermische ontsmetting
PRDR (par. n°: 196)
Met deze parameter kan de activeringsperiode van de verwar-
ming van de accumulator worden ingesteld gedurende welke de
door S3 gedetecteerde temperatuur hoger moet zijn dan TMPD.
Het instelbereik is: 0..24:0..59 (uu:mm).
U1
SET
3.34 Teller thermische ontsmetting bezig
CNTD (par. n°: 197)
Met deze parameter kan de aftelling worden weergegeven van
de resterende uren tot de toezichtsperiode PRDM.
U1
290
S1
S3
S2
10 0
S1
S3
S2
10 0
S1
S3
S2
08 8
Publicité
