3
TECHNISCHE KENMERKEN
3. 1
AFMETINGEN VAN DE
VERBRANDINGSKAMER
De verbrandingskamer is van het type
met rechtstreekse doorlaat en is in
overeenstemming met de norm EN
303-3 bijlage E. De afmetingen staan
aangegeven op fig. 10.
Een speciaal beschermingspaneel is
aan de binnenkant van de achterste
kop van alle modellen aangebracht.
L
mm
AQUA 25 BF TS
405
AQUA 35 BF TS
505
AQUA 35 BF TS PR 505
3.2
BESCHIKBARE
OPVOERHOOGTE T.B.V.
DE INSTALLATIE
De beschikbare opvoerhoogte ten
behoeve van de verwarmingsinstallatie
is afhankelijk van het debiet op de gra-
fiek van fig. 11 weergegeven.
3.3
THERMOSTAAT ANTI
WARMTETRAAGHEID
De thermostaat anti-warmtetraag-
heid (TI) wordt voor de in werkingstl-
ling van de pomp van de ketel
30
Volume
dm
3
24,0
30,5
30,5
gebruikt wanneer de ketel de tempe-
ratuur van 90°C bereikt, door het
temperatuurexces wegens de warm-
tetraagheid van het gietijzerdeel naar
270
500
400
300
200
100
0
200
400
600
800
L
1000
1200
1400
1600
1800
PORTATA (l/h)
DEBIET (l/h)
de ketel af te voeren. De verwar-
mingsomloop stop automatisch wan-
neer de temperatuur van de ketel min-
der dan 90°C bedraagt.
Fig. 10
Fig. 11