NL
10 Gebruik
Systeemcontrole uitvoeren
De oplader laadt maximaal twee accu's op: één huishoudaccu (B1) en één startaccu (B2), met voorrang voor het
opladen van de huishoudaccu.
De oplader begint de accu's op te laden onder de volgende voorwaarden:
• De aangesloten zonnepanelen leveren een spanning van 1 V hoger dan de spanning van de op te laden ac-
cu's.
• De accuspanning is hoger dan 8 V.
De huishoudaccu wordt opgeladen met de geselecteerde karakteristiek.
De startaccu wordt opgeladen onder de volgende voorwaarden:
• De huishoudaccu is opgeladen tussen 80 % en 100 %.
• De startaccu hee een spanning onder 12,5 V.
Elke laadfase hee een maximale looptijd, met uitzondering van de onderhoudsfase, die de laadtoestand (SoC)
voortdurend bewaakt en die, indien nodig, een impulsstroom levert om de accu 100 % opgeladen te houden.
1.
Schakel de motor uit.
2. Gebruik een voltmeter om de spanning van de accu's te controleren.
3. Schakel de motor in.
De ledlampjes gaan rood of oranje branden om aan te geven dat de accu wordt opgeladen.
4. Controleer de spanning van de accu's met de voltmeter en vergelijk deze met de vorige meting.
De spanning moet hoger zijn voorheen.
5. Controleer de maximale stroomgegevens na 2 minuten nog eens met een stroomtang.
Deze fase duurt enkele seconden als de accu's volledig zijn opgeladen.
6. Controleer de spanning van de startaccu bij de accupolen met een voltmeter en vergelijk deze met de spanning
tussen de pluspool en de minpool.
11 Reiniging en onderhoud
Reinigen
Reinig het product af en toe met een vochtige doek.
Onderhoud
WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schokken
• De zekering van het toestel mag uitsluitend worden vervangen door bevoegd personeel.
• Neem contact op met een geautoriseerde klantenservice.
Als de zekering van het toestel is geactiveerd door overstroom, moet deze worden vervangen.
Vervang de zekering zoals afgebeeld.
afb.
op pagina 2
100