• Wees voorzichtig bij het verwijderen
of installeren van toebehoren om
schade aan het emaille van het appa-
raat te voorkomen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken op de kookplaat
als u ze over het oppervlak schuift.
• Verkleuring van het email heeft geen
ongewenst effect op de werking van
het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het
emaille te voorkomen:
– plaats geen voorwerpen direct op
de bodem van het apparaat en be-
dek het niet met aluminiumfolie;
– plaats heet water niet direct in het
apparaat;
– haal vochtige schotels en eten uit
het apparaat als u klaar bent met
koken.
• Oefen geen kracht uit op een geopen-
de deur.
• Leg geen ontvlambaar materiaal in het
deel onder de oven. Bewaar daar al-
leen hittebestendige accessoires (in-
dien van toepassing).
• Dek de stoomuitgangen van de oven
niet af. Deze bevinden zich aan de
achterzijde van de bovenkant (indien
van toepassing).
• Plaats geen voorwerpen op de kook-
plaat die kunnen gaan smelten.
• Sluit de stroomtoevoer af als het op-
pervlak is gebarsten. Er bestaat risico
op elektrische schokken.
• Leg geen warmtegeleidend materiaal
(bijv. dunne roosters of metalen platen
die de warmte geleiden) onder de
pannen. Door de warmtereflectie kan
de kookplaat beschadigen.
• Als u een geïmplanteerde pacemaker
hebt, moet u uw bovenlichaam op een
afstand van minimaal 30 cm van inge-
schakelde inductiekookzones houden.
1.6 Onderhoud en reiniging
• Zorg ervoor dat het apparaat is afge-
koeld voordat u onderhoud verricht.
Gevaar voor brandwonden. De glazen
panelen kunnen breken.
• Houd het apparaat altijd schoon. Op-
eenhopingen van vetten of andere
voedselresten kunnen brand veroorza-
ken.
• Regelmatig reinigen voorkomt dat het
oppervlaktemateriaal van de oven
achteruitgaat.
• Gebruik voor uw eigen veiligheid en
de veiligheid van uw eigendommen
alleen water en zeep om het apparaat
te reinigen. Gebruik geen ontvlamba-
re producten of bijtende producten.
• Reinig het apparaat niet met stoom-
reinigers, hogedrukreinigers, scherpe
voorwerpen, schuurmiddelen, schuur-
sponzen en vlekverwijderaars.
• Volg de aanwijzingen van de ovenfa-
brikant op als u een ovenspray ge-
bruikt. Spray niets op de verwarmings-
elementen en de thermostaatsensor
(indien van toepassing).
• Reinig de glazen ovendeur niet met
schurende reinigingsmiddelen of een
metalen schraper. Het hittebestendige
oppervlak van de binnenruit kan hier-
door breken en versplinteren.
• Als de glasplaten beschadigd raken,
worden ze zwak en kunnen ze breken.
U dient ze te vervangen. Neem con-
tact op met een erkend servicecen-
trum.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen
van de deur uit het apparaat. De deur
is zwaar.
• De lampjes die in dit apparaat worden
gebruikt, zijn speciale lampjes voor
huishoudelijke apparaten. Ze kunnen
niet worden gebruikt voor de gehele
of gedeeltelijke verlichting van een
woonruimte.
• Vervang de lampjes indien nodig al-
leen door nieuwe lampjes met hetzelf-
de vermogen die specifiek bedoeld
zijn voor huishoudelijke apparaten.
• Haal de stekker van het apparaat uit
het stopcontact voordat u de oven-
lamp vervangt. Gevaar voor elektri-
sche schokken. Laat het apparaat af-
koelen. Gevaar voor brandwonden.
1.7 Servicecentrum
• Alleen een bevoegde servicemonteur
mag dit apparaat repareren. Neem
contact op met een erkend service-
centrum.
NEDERLANDS
5