7.3
Hulp bij storingen
Hulp bij storingen (meldingen op het scherm)
Storing
Fasefout
Fout servomotor
Motorbeveiliging
Fasefout
Relaisschakelcycli
Temperatuurstoring
Te lage stroom
Overstroom
Relaisstoring
114 / 148
Oorzaak
Foutief draaiveld van de stroomaan-
sluiting
Eindschakelaars van de servomotor
worden niet bereikt
Motorbeveiligingsschakelaar is geacti-
veerd
Stroomwaarde pomp foutief ingesteld
Motorstroom vanwege defecte of
geblokkeerde pomp te hoog
Te hoge stroom door fase-uitval
Eén van de fasen is weg
Vermogensrelais heeft meer dan
100.000 schakelingen uitgevoerd
Thermische beveiliging is geactiveerd
De minimale stroom van de pomp is
niet bereikt. (De kabel van de bestu-
ringskast naar de motor kan onderbro-
ken of beschadigd zijn.)
De maximale stroom van de pomp is
overschreden. (bijv. blokkade)
Vermogensrelais schakelt niet meer
Maatregel(en)
Fasen correct aansluiten.
Aansluitingen van de eindschakelaars
controleren, ventiel op blokkades con-
troleren.
Motorbeveiligingsschakelaar weer
inschakelen.
Instelling in het menu
|Aantal pom-
aanpassen.
pen|
Pomponderhoud uitvoeren.
Stroomaansluiting controleren op fase-
uitval.
Stroomaansluiting van de besturings-
kast controleren, aardlekschakelaar
controleren.
Melding kan gereset worden. Melding
verschijnt opnieuw na nog eens 1.000
schakelingen. Vermogensrelais door de
klantenservice laten vervangen.
Wordt vanzelf opgeheven als de motor
afkoelt. Storingsmelding bevestigen met
alarmtoets; bij meer temperatuurstorin-
gen contact opnemen met klantenser-
vice.
Kabel controleren en eventueel vervan-
gen.
Pomp vervangen indien defect.
Blokkade verwijderen (veiligheidsin-
structies in acht nemen). Pomp vervan-
gen indien defect.
Spanningsvoeding besturingskast uit-
schakelen en vermogensrelais door
klantenservice laten vervangen.
016-190_01