4. Identificatie
1
Type
Model
2
U
3
Imax
4
f
Hz
P1
5
Pmax
MPa/Bar
IP
Hmax
m
Hnom
6
7
8
9
10
Afb. 1
Typeplaatje
Pos.
Omschrijving
1
Type
2
Model
3
Voedingspanning
4
Maximale stroom
5
Frequentie
6
Maximale druk
7
Maximale opvoerhoogte
8
Land van herkomst
9
Nominale opvoerhoogte
10
Beschermingsklasse
11
Opgenomen vermogen
12
Nominaal debiet
13
Maximale omgevingstemperatuur
14
Maximale vloeistoftemperatuur
15
Rendementsklasse
16
Productiebedrijf
3
Qnom
m /h
12
O
Tamb, max
C
13
V
Tliq, max
O
C
14
A
15
W
16
m
11
5. Installatie
De pomp dient horizontaal opgesteld te worden.
Bij zuigleidingen langer dan 10 meter of bij aanzuig-
diepten van meer dan 4 meter moet de diameter van
de zuigleiding groter zijn dan 1". Bij een aanzui-
gende opstelling adviseren we om een terugslagklep
in de zuigleiding te monteren.
Als een slang wordt gebruikt als zuigleiding, dan
behoort deze niet te knikken.
Om te voorkomen dat er vaste deeltjes in de pomp
doordringen kan een filter in de zuigleiding worden
aangebracht.
Zorg ervoor dat de pomp niet door het leidingwerk
onder spanning komt te staan.
Sluit de persleiding aan op de persopening (T) van
de pomp. Zie afb. 2. H = maximaal 7 meter.
Afb. 2
Leidingaansluiting
Afmetingen van de opstelling kunnen worden gevon-
den op pagina 206.
5.1 Handvat
Het is niet nodig om het meegeleverde handvat te
monteren bij pompen die permanent staan opge-
steld.
Bij draagbare pompen kan het handvat in de lengte
of overdwars worden aangebracht, afhankelijk van
de uitvoering.
5.2 Ejectorventiel
Het ejectorventiel wordt los bij de pomp meegele-
verd.
Verwijder de aftapplug (V), zie afb. 5, en plaats het
ejectorventiel in de opening.
De O-ring moet aan het ejectorventiel wor-
den gemonteerd.
N.B.
Maak het ventiel met de hand vast.
125