Goetze 418 Instructions De Montage page 35

Als overloopklep (uitsluitend gasdichte versies 418, 608, 617/417, 618 tGFO,
630/430, 631/431, 853/453) voor niet-hechtende vloeistoffen, gassen en stoom
voor drukbegrenzing en/of -regeling, ter bescherming van pompen en als ontlast-
klep. Overloopkleppen kunnen ook worden gebruikt als er sprake is van tegendruk.
Raadpleeg voor bijzonderheden aangaande het toepassingsgebied van de afzonder-
lijke uitvoeringen de gegevensbladen van de fabrikant.
4
Installatie en montage
Om te verzekeren dat de bediening van de kleppen aan de eisen voldoet, moeten
deze zodanig worden gemonteerd dat de veiligheidsklep niet wordt blootgesteld
aan ontoelaatbare statische, dynamische of thermale belasting.
De installatie moet voorafgaand aan de installatie van de klep worden doorgespo-
eld. Als een installatie onvoldoende wordt gereinigd of als de klep onjuist wordt
geïnstalleerd, kan de klep gaan lekken - zelfs wanneer deze voor de eerste keer in
werking wordt gezet.
Op de plaats van installatie van de kleppen moeten toepasselijke veiligheidsmaat-
regelen worden genomen als het medium dat vrijkomt na inwerkingstelling van de
klep kan leiden tot direct of indirect gevaar voor personen in de omgeving.
Drukbegrenzingskleppen moeten indien mogelijk verticaal en met de kop naar
boven gericht worden geïnstalleerd. Raadpleeg de fabrikant als u de klep op een
andere manier wilt installeren.
Overloopkleppen (418, 618 tGFO, 617/417, 608, 630/430, 631/431, 853/453)
kunnen in elke stand worden geïnstalleerd.
De functie van de kleppen wordt in elke stand gegarandeerd.
Zorg dat tijdens de montage geen kracht wordt uitgeoefend bij het vastdraai-
en van de verbindende schroefdraad en schroef deze niet te ver in omdat
anders de klepzitting beschadigd kan raken. Voorkom dat afdichtingsmateriaal
zoals hennepvezel of Teflon in de klep komt.
5
Instellen
De kleppen kunnen worden geleverd met een ingestelde druk en worden afgedicht
door de fabriek, of zonder ingestelde druk met het gewenste instellingsbereik. Op
de door de fabriek ingestelde en afgedichte kleppen staat de ingestelde druk ver-
meld. Voordat de ingestelde druk kan worden gewijzigd moet de afdichting worden
verwijderd. Als de kleppen niet zijn afgedicht, kan de gewenste druk worden inge-
steld binnen het drukbereik van de veer. Bij ATEX-uitvoeringen voor de categorieën
1 en 2 en bij niet-ingestelde gasdichte klepuitvoeringen (t...) moet na instelling de
gasdichtheid getest en verzekerd worden.
www.goetze-armaturen.de