12 Na de werkzaamheden
► Druk de achteras naar beneden.
De achteras is losgemaakt en kan worden ver‐
steld.
► Zet de achteras links en rechts in de gewenste
positie.
Snijhoogte voor instellen
► Schakel de motor uit.
Het mes mag niet draaien.
► Plaats de grasmaaier op een vlakke onder‐
grond.
► Druk de vooras naar beneden.
De vooras is losgemaakt en kan worden ver‐
steld.
► Zet de vooras links en rechts in de gewenste
positie.
11.3
Mulchen
Bij het mulchen wordt het afgesneden gras door
een speciale geleiding van de luchtstroom bij het
mes meerdere malen versnipperd en daarna
weer terug in de grasnerf geblazen. Het maai‐
goed blijft op het gazonoppervlak liggen, waar
het een beetje vergaat en als natuurlijke mest
werkt. Door regelmatig te mulchen en het gras
kort te houden, krijgt u een mooi en dicht gazon.
Snij daarbij een derde van de grashoogte af.
Voorwaarden voor een fraai mulchresultaat:
– Frequentie: in de lente (voornaamste groeipe‐
riode) minstens 2 keer per week, in de zomer
en in de herfst 1 keer per week.
– Maai het gazon als het zo droog mogelijk is.
– Gebruik goed geslepen snijmessen.
– Kies een lage snelheid vooruit.
– Varieer de maairichting en zorg ervoor dat de
maaibanen elkaar overlappen.
0478-111-9957-A
– Maai hoog opgeschoten gras altijd in fasen.
► Duw de grasmaaier langzaam en gecontro‐
leerd vooruit.
12 Na de werkzaamheden
12.1
Na het werken
► Schakel de motor uit.
► Als de grasmaaier nat is: laat de grasmaaier
drogen.
► Reinig de grasmaaier.
13 Vervoeren
13.1
Grasmaaier vervoeren
► Schakel de motor uit.
Het mes mag niet draaien.
► Trek de bougiestekker los.
Grasmaaier duwen
► Duw de grasmaaier langzaam en gecontro‐
leerd vooruit.
Grasmaaier dragen
► Draag werkhandschoenen van stevig materi‐
aal.
Nederlands
227