4 Veiligheidsinstructies
► Manipuleer de grasmaaier en de veilig‐
heidssystemen ervan niet.
► Voer geen manipulaties op de grasmaaier
uit waardoor het vermogen of het toerental
van de verbrandingsmotor verandert.
► Als de bedieningsorganen niet werken: niet
met de grasmaaier werken.
► Veerbelaste mechanismen kunnen opge‐
slagen energie afgeven.
► Monteer originele STIHL accessoires voor
deze grasmaaier.
► Monteer het mes zoals in deze gebruiks‐
aanwijzing beschreven staat.
► Monteer accessoires zoals in deze
gebruiksaanwijzing of in de gebruiksaanwij‐
zing van het accessoire beschreven staat.
► Steek geen voorwerpen in de openingen
van de grasmaaier.
► Vervang versleten of beschadigde waar‐
schuwingsstickers.
► Als er onduidelijkheid bestaat: neem con‐
tact op met een STIHL vakhandelaar.
4.6.2
Mes
Het mes is veilig, als aan de volgende voorwaar‐
den is voldaan:
– Het mes en de aanbouwdelen zijn onbescha‐
digd.
– Het mes is niet vervormd.
– Het mes is correct gemonteerd.
– Het mes is correct geslepen.
– Het mes heeft geen bramen.
– Het mes is correct gebalanceerd.
– De minimumdikte en de minimumbreedte van
het mes zijn niet onderschreden,
– De slijphoek is aangehouden,
WAARSCHUWING
■ Als het mes niet in een veilige toestand ver‐
keert, kunnen delen van het mes losraken en
weggeslingerd worden. Personen kunnen ern‐
stig letsel oplopen.
► Werk met een onbeschadigd mes en onbe‐
schadigde aanbouwdelen.
► Monteer het mes op de juiste manier.
► Slijp het mes op de juiste manier.
► Als de minimumdikte of de minimumbreedte
is onderschreden: vervang het mes.
► Laat messen door een STIHL vakhandelaar
uitbalanceren.
► Als er onduidelijkheid bestaat: neem con‐
tact op met een STIHL vakhandelaar.
0478-111-9957-A
4.7
■ De brandstof die voor deze grasmaaier wordt
gebruikt, is benzine. Benzine is zeer ontvlam‐
baar. Als benzine in contact komt met open
vuur of hete voorwerpen, kan de benzine
brand of explosies veroorzaken. Personen
kunnen ernstig of dodelijk letsel oplopen en er
kan materiële schade ontstaan.
► Bescherm benzine tegen hitte en vuur.
► Mors geen benzine.
► Als er benzine is gemorst: veeg de benzine
► Rook niet.
► Tank niet in de buurt van vuur.
► Schakel de motor voor het bijtanken uit en
► Als de tank moet worden leeggemaakt: doe
► Start de motor minstens 3 m verwijderd van
► Sla de grasmaaier nooit op in een gebouw
■ Ingeademde benzinedampen kunnen mensen
vergiftigen.
► Adem geen benzinedampen in.
► Tank op een goed geventileerde plaats.
■ Tijdens het werken wordt de grasmaaier
warm. De benzine zet uit en in de brandstof‐
tank kan overdruk ontstaan. Wanneer de
brandstoftankdop wordt geopend, kan er ben‐
19.2.
zine naar buiten spuiten. De naar buiten spui‐
19.2.
tende benzine kan ontbranden. De gebruiker
kan ernstig letsel oplopen.
► Laat eerst de grasmaaier afkoelen en open
■ Kleding die in contact komt met benzine, is
licht ontvlambaar. Personen kunnen ernstig of
dodelijk letsel oplopen en er kan materiële
schade ontstaan.
► Als kleding in contact komt met benzine:
■ Benzine is schadelijk voor het milieu.
► Mors geen brandstof.
► Voer benzine volgens de voorschriften en
■ Als benzine met de huid of de ogen in contact
komt, kunnen de huid of de ogen geïrriteerd
raken.
► Vermijd contact met benzine.
Brandstof en tanken
WAARSCHUWING
met een doek op en probeer de motor pas
te starten als alle onderdelen van de gras‐
maaier droog zijn.
laat deze afkoelen.
dit in de open lucht.
de plaats waar wordt getankt.
met benzine in de tank.
vervolgens de brandstoftankdop.
verwissel de kleding.
milieuvriendelijk af.
Nederlands
221