Start- en bedrijfstellingsaanwijzingen
Gegevensplaatje, voorbeeld
Produktiejaar
Typeaanduiding
XJS 50 D -165
Onderdompelingsdiepte
20m
Nominaal vermogen
Pn 5,6 kW
3 ~ 50Hz
U 400V
Cosϕ 0,80
Spanning
I 11,3A
n 2930 rpm
Nominale stroom
SULZER Pump Solutions Ireland Ltd.
Cos ȹ
Producent, adres
Toepassingen
Dit is een start- en inbedrijfstellingsaanwijzing voor de elektrische, dompelbare pompen
zoals aange geven op de omslag. De pompen zijn geschikt voor het verpompen van
water dat schurende deeltjes bevat.
c
GEVAAR! De pomp mag niet in een explosieve of ontvlambare om-
geving of voor het pompen van brandbare vloeistoffen worden ge-
bruikt.
De pomp beantwoordt aan de EU-machinerichtlijn. Zie typeplaatje. De fabrikant ga-
randeert dat een nieuwe pomp niet meer dan 70 dB(A) geluid produceert bij normaal
gebruik, wanneer ze ofwel geheel of gedeeltelijk is ondergedompeld.
m
LET OP! De pomp mag niet draaien wanneer ze gedeeltelijk ontman-
teld is.
c
LET OP! Een aardlekzoeker (RCD Residual Current Device) is aan-
bevolen wanneer een persoon in contact komt met ofwel de pomp of
het gepompte materiaal.
Er zijn speciale regels van toepassing voor een permanente installatie van
pompen in zwembaden.
Produktbeschrijving
Beperkingen
Onderdompelingsdiepte: tot 20 meter / 65 ft. Vloeistoftemperatuur: tot 40°C / 104°F.
Motor
3-fasen AC kooiankermotor voor bedrijf bij 50 of 60 Hz.
Niveauregeling
Sommige pompen kunnen worden uitgevoerd met een aangebouwde niveauregeling.
Motorbeveiliging
Bij ingebouwde motorbescherming zijn de thermische schakelaars in de motor
geschikt om de spanning te onderbreken indien de motor temperatuur een bespaaide
waarde overschrijdt (e.e.a. afhankelijk van het vermogen) (140ºC/ 284ºF). De thermi-
sche schakelaars kunnen tevens gebruikt worden om een externe motorbeveiliging
aan te sturen.
Elektrische kabel
H07RN8-F, S1BN8-F of gelijkwaardig. Als de kabel langer is dan 20 m, moet rekening
worden gehouden met de spanningsval. Opmerking: de pompen kunnen worden gele-
verd met verschillende kabels en voor verschillende aansluitingsmethodes.
Hanteren
De pomp kan worden getransporteerd en verticaal of horizontaal opgeslagen. Zorg er-
voor dat de pomp goed is bevestigd en ze niet kan wegrollen.
m
LET OP! De pomp moet altijd op een stevig oppervlak staan zodat
ze niet kan omvallen. Dit geldt voor elke handeling, transport, test
en installatie.
m
LET OP! Til de pomp altijd bij de draaghendel op. Nooit bij de kabel
of de slang.
OPMERKING! Bescherm de kabel altijd zodat er geen vocht in de kabel bin-
nendringt. In voorkomend geval kan water in de klemmendoos binnendringen
of via de kabel in de motor.
Als de pomp gedurende lange tijd niet wordt gebruikt, moet ze tegen stof en hitte worden
beschermd. Na een lange opslagperiode moet de pomp worden nagezien en moet het
schoepenrad handmatig worden rondgedraaid alvorens de pomp terug in bedrijf wordt
genomen. Controleer de dichtingen en de kabelingang in het bijzonder.
Installeren
Veiligheidsmaatregelen
Om het ongevalsrisico tijdens het onderhoud en de installatie te beperken, moet u ui-
terst voorzichtig te werk gaan en opletten voor elektrocutie.
m
LET OP! De hijstakel moet altijd op het pompgewicht berekend zijn.
Zie de sectie "Productbeschrijving".
De fabrikant voorbehoudt zich het recht uitvoering en specificaties zonder voorafgaande mededeling te wijzigen.
Vertaling van originele instructies
Omgevingstemperatuur
Beschermingsklasse
Amb.max 40 C
Class F
IP68
25/2014
Frequentie
Sn 00001011
Serienummer
IEC60034-30 IE3- 89,6%
Efficiëntie
Weight 59 kg
Hmax 28m
Drukhoogte
SO 0002001
Toerental
Gewicht
Wexford, Ireland
Installeren van de pomp
Leg de kabels zo dat er geen kink in kan komen. Sluit de kabel aan. Sluit de toevoer-
leidingen aan. Slangen, leidingen en kleppen moeten zo gekozen worden dat ze com-
patibel zijn met de pompkop. Zet de pomp op een stevig oppervlak dat voorkomt dat
de pomp omvalt of zich ingraaft. De pomp kan ook worden opgehangen aan de draag-
hendel.
Elektrische aansluitingen
De pomp moet worden aangesloten op elektrische con tacten of startapparatuur die
gemonteerd zijn op een plaats waar ze niet door water overstroomd kunnen worden.
c
LET OP! De elektrische apparatuur moet altijd geaard zijn. Dit geldt
zowel voor de pomp als voor de regelaars.
c
LET OP! De elektrische installatie moet beantwoorden aan de natio-
nale en lokale wetgeving.
Controleer dat de netspanning, frequentie, startapparatuur en startmethode over-
eenkomt met de bepalingen van het motortypeplaatje. N.B. Een pomp die is ge-
maakt voor 400V50Hz, 460V60Hz kan worden gebruikt in het bereik 380-415V50Hz,
440-460V60Hz. Een pomp ontwikkeld voor 230 volt kan worden gebruikt in het bereik
220-245 volt.
Aansluiting van stator en motorgeleiders
Als de pomp niet met een aansluiting is uitgerust, moet deze overeenkomstig het elek-
trische schema worden aangesloten. Het schakelschema vindt u terug in de bijlage van
het werkplaatshandboek.
Kabelmarkering op pompkabels: L1, L2, L3 = fasemarkering op D.O.L start / U1, V1, W1,
U2, V2, W2 = statormarkering bij sterdelta-start / F0, F1, F3, F4 = markering thermische
sensor / D1, D2 = markering lekkagesensor, moet worden aangesloten op extern relais
/ GC = markering aardcontrole
De elektrische installatie moet door een erkende elektricien worden gecontroleerd.
Bediening
Vóór inbedrijfstelling:
Controleer de draairichting. Zie illustratie. Tijdens
de start rukt de pomp van bovenaf gezien tegen
de richting van de klok in.
Als de draairichting onjuist is, moeten twee fasen
worden verwisseld.
m
WAARSCHUWING! De startruk kan hevig zijn. Houd de handgreep
van de pomp tijdens het controleren van de draairichting niet vast.
Zorg ervoor dat de pomp stabiel staat en niet kan verdraaien.
c
WAARSCHUWING! Het wijzigen van de draairichting aan een
stekkerverbinding zonder faseverschuiver mag alleen door een
erkend installateur worden uitgevoerd.
m
WAARSCHUWING! Als de ingebouwde motorbeveiliging geactiveerd
is geweest, slaat de pomp af en herstart hij weer automatisch zodra
hij is afgekoeld.
Service en onderhoud
c
LET OP! Alvorens er enige werkzaamheden worden uitgevoerd, moet
u controleren dat de pomp van het elektriciteitsnet is losgekoppeld
en niet opnieuw onder spanning kan worden gebracht.
Regelmatig onderhoud en nazicht garanderen een betrouwbare werking. De pomp moet
alle zes maanden worden nagezien, maar vaker wanneer de bedrijfsomstandigheden
dit vereisen. Voor een compleet nazicht van de pomp moet u contact opnemen met een
erkende Sulzer-werkplaats of uw Sulzer dealer.
m
LET OP! Vervang altijd beschadigde kabels
m
LET OP! Een versleten schoepenrad heeft vaak scherpe kanten. Zorg
ervoor dat u zich niet verwondt.
m
LET OP! Het oliecarter kan onder druk staan in geval van een interne
lekkage. Houd een doek voor de olie-aftapopening wanneer u de dop
verwijdert.
Apparaten die het einde van hun levenscyclus hebben bereikt, kunnen
terug bij Sulzer worden afgeleverd of verwijderd worden in overeenstem-
ming met de lokale regelgeving.
14
14
NL
Startruk