Niveauregistratie Instellen - Oase ProfiClear Premium Notice D'emploi

- NL -
6.2

Niveauregistratie instellen

Voor een storingsvrije werking is het noodzakelijk dat de niveaudetectie correct wordt ingesteld.
Gravitatiesysteem
Stel voor de optimale werking van het filtersysteem de niveauregistratie in op het waterniveau in het
reservoir. Voor de instelling hebt u een 10 mm-steeksleutel nodig.
Zo gaat u te werk:
11.
P
1. Haal het deksel van de behuizing.
2. Filterpompen uitschakelen en waterniveau controleren.
Het waterniveau moet zich ter hoogte van de max.-markering aan de binnenkant van de
−
reservoirwand bevinden.
Evt. waterniveau in de vijver aanpassen.
−
3. Netspanning uitschakelen (besturing moet spanningvrij zijn).
4. De beide schroeven van de niveauregistratie losdraaien, zodat deze gemakkelijk kan worden
verschoven.
5. Leg het reservoirdeksel erop.
6. Besturing en filterpompen inschakelen en een reinigingsprocedure starten.
7. Besturing spanningvrij schakelen en reservoirdeksel eraf halen.
8. Niveauregistratie verschuiven, tot de markering op de behuizing congruent aan het waterniveau is.
9. De beide schroeven van de niveauregistratie vastdraaien.
10. Reservoirdeksel erop leggen en besturing inschakelen.
Aanwijzing:
Voer de instelling zo spoedig mogelijk na het reinigen door. De zeefelementen vangen continu vuil
►
op. Daardoor daalt het waterniveau in het reservoir.
Start vervolgens opnieuw een reinigingsprocedure en controleer de instelling. Corrigeer evt. de
►
instelling.
Controleer de instelling opnieuw, zodra de gewenste waterkwaliteit is bereikt.
►
Gepompt systeem
Q
Bij een gepompt systeem is het waterniveau in het filtersysteem onafhankelijk van het waterniveau van
de vijver. Het waterniveau in het filtersysteem is afhankelijk van het circulatievermogen. Daarom kan
een instelling van de niveauregistratie nodig zijn.
U kunt de niveauregistratie op vier posities monteren. De gegevens berusten op de aanname, dat op de
laatste filtermodule 2 × uitloop DN 110 als terugloop naar de vijver wordt gebruikt.
Positie 1 of 2: Geschikt voor circulatievermogens kleiner 22.000 l/h en kortere automatische
►
reinigingsintervallen.
Positie 3: Geschikt voor circulatievermogens tot 22.000 l/h (aflevertoestand)
►
Positie 4: Geschikt voor circulatievermogens groter 22.000 l/h.
►
Zo gaat u te werk:
11.
1. Beide borgmoeren losdraaien. Moeren en inbusbouten verwijderen.
2. Niveauregistratie overeenkomstig het rooster op de gewenste positie schuiven en met inbusbouten
en borgmoeren fixeren. Beide moeren vastdraaien.
114