NL
2. Trek de veiligheidsbeugel (2) in
de richting van de hoofdligger
van de handgreep (1) en houd
deze tegen.
3. Trek aan de startergreep (25).
4. Wanneer de motor start, laat u
de startergreep langzaam terug
in de startkabelgeleiding (3) glij-
den.
Bij een warme start is het niet no-
dig de primer (33) in te drukken.
Als de primer te vaak wordt inge-
drukt, komt er teveel benzine in de
carburator en de motor kan dan
moeilijk worden gestart
Motorstop:
•
Laat de veiligheidsbeugel (2) los. De
motor wordt uitgeschakeld en het mes
wordt geremd.
Messenstopsysteem:
•
Controleer regelmatig het messensto-
psysteem:
Laat de veiligheidsbeugel (2) los. De
motor wordt uitgeschakeld en het mes
wordt geremd. Het mes moet binnen 7
seconden stoppen.
Maaien
1. Start de motor (zie
2. Houd de grijpstang (1) en de veilig-
heidsbeugel (2) tijdens het maaien
vast met beide handen.
3. Wielaandrijving
Aan: trek de aandrijfbeugel (26)in
de richting van de hoofdligger van
de handgreep, de maaier beweegt
voorwaarts.
Uit: laat de aandrijfbeugel (26) los.
Het apparaat blijft stilstaan
52
All manuals and user guides at all-guides.com
).
Werkinstructies
Algemene werkinstructies
•
Maai zo droog mogelijk gras om de
grasnerf te ontzien.
•
Stel de snoeihoogte zodanig in, dat
het apparaat niet overbelast wordt.
•
Breng het apparaat stapvoets in zo
recht mogelijke stroken. Om compleet
te maaien, moeten de banen elkaar
altijd enkele centimeters overlappen.
•
Beweeg niet achterwaarts.
•
Werk op hellingen altijd dwars op de
helling.
•
Indien de messen met een vreemd
voorwerp in aanraking komen, zet u
de motor onmiddellijk uit. Wacht de
stilstand van het mes af en controleer
het apparaat op beschadigingen. Her-
vat het werk uitsluitend bij een onbe-
schadigd apparaat.
•
Schakel bij langere werkonderbrekin-
gen en voor het transport het apparaat
uit en wacht de stilstand van het mes
af.
•
Reinig het apparaat telkens na gebruik
zoals in het hoofdstuk „Reiniging en
onderhoud" beschreven.
Snoeihoogte instellen
Het apparaat bezit 6 posities voor de in-
stelling van de snoeihoogte (25-75 mm):
1. Trek de hefboom (17) naar buiten en
verschuif deze tot in de gewenste po-
sitie (34).
2. Duw de hefboom (17) weer naar bin-
nen.
De correcte snoeihoogte bedraagt bij een
siergazon ongeveer 30 - 45 mm, bij een
nuttig gazon ongeveer 40 - 65 mm.