1 3. Open de afdekking van de gleuf niet op plaat-
sen waar stof of vocht in de gleuf kan binnen-
dringen. Houd de ingang van de gleuf altijd
schoon.
1 4 . Breng de draadloos-eenheid altijd in de juiste
richting aan.
1 5 . Druk niet te hard op de knop voor draad-
loos inschakelen op de draadloos-eenheid
en/of druk niet op de knop met een scherp
voorwerp.
. Sluit altijd de afdekking van de gleuf tijdens
gebruik.
1 7. Verwijder de draadloos-eenheid niet uit de
gleuf terwijl voeding wordt geleverd aan het
gereedschap. Als u dit doet, kan een storing
optre d en in d e d raa d loos-een h ei d .
1 8 . Verwijder de sticker op de draadloos-eenheid
niet.
1 9 . Plak geen stickers op de draadloos-eenheid.
20. Laat de draadloos-eenheid niet liggen op een
plaats waar statische elektriciteit of elektrische
ruis kan worden gegenereerd.
2 1 . Laat de draadloos-eenheid niet liggen op een
plaats die is blootgesteld aan hoge tempe-
raturen, zoals in een auto die in de zon staat
geparkeerd.
22. Laat de draadloos-eenheid niet liggen op een
plaats met veel stof of poeder, of op een plaats
waar corrosief gas kan worden gegenereerd.
23. Door een plotselinge verandering in tempe-
ratuur kan condens op de draadloos-eenheid
worden gevormd. Gebruik de draadloos-een-
heid niet voordat de condens volledig is
verdampt.
2 4 . Veeg de draadloos-eenheid voorzichtig
schoon met een droge, zachte doek. Gebruik
geen wasbenzine, thinner, geleidend vet en
dergelijke.
2 5 . Bewaar de draadloos-eenheid in de bijgele-
verde doos of een antistatische container.
. Breng geen andere apparaten dan een draad-
loos-eenheid van Makita aan in de gleuf van
het gereedschap.
27. Gebruik het gereedschap niet als de afdekking
van de gleuf beschadigd is. W ater, sto f en v uil
die in de gleuf binnendringen, kunnen een storing
v eroor z aken.
2 8 . Trek en draai niet meer dan nodig is aan de
afdekking van de gleuf. P laats d e a f d ekking
terug als d e z e los komt v an h et geree d s c h ap.
2 9 . Vervang de afdekking van de gleuf als deze
verloren of beschadigd is.
BE W AAR DE Z E INSTRUCTIES.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
Z org altijd dat het gereedschap is uitge-
schakeld en de accu ervan is verwijderd alvorens de
functies op het gereedschap af te stellen of te controleren.
De accu aanbrengen en verwijderen
LET OP:
Schakel het gereedschap altijd uit
voordat u de accu aanbrengt of verwijdert.
LET OP:
Houd het gereedschap en de accu stevig
vast tijdens het aanbrengen of verwijderen van de accu.
Als u het gereedschap en de accu niet stevig vasthoudt, kun-
nen d e z e uit u w h an d en glippen en h et geree d s c h ap o f d e a c c u
beschadigen, of kan persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
Fig.1: 1. R oo d d eel 2. Knop 3. Accu
Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de voorkant
van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu uit het gereedschap.
Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit met
de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn plaats.
Steek de accu zo ver mogelijk in het gereedschap tot u een
klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan de bovenkant van
de knop kunt zien, is de accu niet goed aangebracht.
LET OP:
Breng de accu altijd helemaal aan
totdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Als u dit
niet d oet, kan d e a c c u per ongeluk uit h et geree d s c h ap
v allen en u o f an d eren in u w omge v ing v er w on d en.
Breng de accu niet met kracht aan. Als
LET OP:
de accu niet gemakkelijk in het gereedschap kan wor-
den geschoven, wordt deze niet goed aangebracht.
De resterende acculading controleren
Alleen voor accu's met indicatorlampjes
Fig.2: 1. Indicatorlampjes 2. T estknop
D ruk op d e testknop op d e a c c u om d e resteren d e a c c ula d ing te
zien. De indicatorlampjes branden gedurende enkele seconden.
Indicatorlampjes
Brandt
58 NEDERLANDS
Uit
Knippert
75 %
5 0%
25 %
L aad d e ac c u
opgetred en in
Resterende
acculading
tot 1 00%
tot 75 %
tot 5 0%
0%
tot 25 %
op.
Er kan een
storing zijn
d e ac c u.