INSTALLATIE
vEILIGHEID
INSTALLATIE
11. Veiligheid
Onderhoud en reparatie van het toestel mogen alleen worden
uitgevoerd door een gekwalificeerde vakman.
11.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen
Wij waarborgen de goede werking en de bedrijfsveiligheid uit-
sluitend bij gebruik van originele accessoires en vervangingson-
derdelen voor het toestel.
11.2 Voorschriften, normen en bepalingen
Opmerking
Neem alle nationale en regionale voorschriften en be-
palingen in acht.
12. Toestelbeschrijving
Het toestel is een elektrisch convectieverwarmingstoestel voor
wandmontage. Het toestel is in het bijzonder geschikt voor het
verwarmen van ruimtes, zoals werkruimtes, keuken, badkamer,
bijkeuken, enz.
12.1 Leveringstoebehoren
- Wandhouder
- Bevestigingshoek
13. Voorbereidingen
13.1 Minimumafstanden
≥500
≥10
42
| CK 20, CKZ 20, CKR 20, CKT 20
≥100
≥100
14. Montage
GEVAAR Voor elektrische schok
- Wanneer het toestel wordt geïnstalleerd in ruimten
met een ligbad en/of douche, houd dan rekening
met de veiligheidszone in overeenstemming met de
informatie op het typeplaatje van het toestel.
- Plaats het toestel op een wijze dat schakel- en
regelinrichtingen niet kunnen worden aangeraakt
door een persoon die in bad zit of onder de douche
staat.
BRANDGEVAAR
- Het is slechts toegestaan het toestel te bevestigen
aan een verticale wand die is bestand tegen een
temperatuur van minstens 90 °C.
- Houd de minimale afstanden tot nabijgelegen ob-
jecten aan.
- U mag het toestel niet onmiddellijk onder een stop-
contact plaatsen.
f Zoek op de maatschets op op welke afstand van de gaten de
wandhouder wordt gemonteerd.
f Bevestig de wandhouder met geschikt bevestigingsmateriaal.
Dankzij het horizontale en verticale slobgat in de wand-
houder kan het verloop van de bevestigingsboring worden
gecompenseerd.
f Hang het toestel op een wijze op dat de beide boven in de
achterwand aangebrachte uitstekende punten in de sleuven
van de wandhouder klikken.
f Borg het toestel met de bevestigingshoek en een schroef
tegen onopzettelijk afnemen. Hang daarvoor de bevesti-
gingshoek vanaf de achterkant in de achterwand.
15. Elektrische aansluiting
GEVAAR Voor elektrische schok
Voer alle werkzaamheden voor elektriciteitsaansluitin-
gen en montage uit conform de voorschriften.
Toestel- en milieuschade
!
- Neem de gegevens op het typeplaatje in acht. De
aangegeven spanning moet overeenkomen met de
netspanning.
De kabel mag niet in contact komen met het toestel.
Let erop dat de afstand van het toestel tot de contactdoos of toe-
stelaansluitdoos ten minste 10 cm is.
Plaats het toestel niet direct onder een stopcontact.
Indien een vaste aansluiting is vereist, moet de kabel op een wijze
worden ingekort (stekker afsnijden) dat deze direct naar de toe-
stelaansluitdoos leidt.
Bij een vaste aansluiting moet het toestel met een afstand van
ten minste 3 mm op alle polen van het stroomnetwerk kunnen
worden losgekoppeld.
Het toestel is niet geschikt voor vast geplaatste kabels.
WWW.STIEBEL-ELTRON.COM