UITVOERINGEN
NL
Het apparaat kan werken met de filters of met de afzuigfunctie.
In de filtertoepassing (Afb. 1) worden de lucht en dampen die in het apparaat komen, gezui-
verd door een vetfilter, een koolfilter, en dan weer in de ruimte gestuurd.
In de afzuigtoepassing (Afb. 2) worden alle dampen direct naar buiten afgevoerd via een afvo-
erpijp. De koolstoffilter is in dit geval niet noodzakelijk.
42