7
4
3
5
2
5
7
12
11
4
3
4
2
3.3 Comment savoir si le
siège auto est bien
monté
Vérifiez, pour la protection de
votre enfant, que...
• le siège auto est bien fixé dans le
véhicule,
• la ceinture du véhicule est bien
tendue et n'est pas torsadée,
• la sangle ventrale
3
traverse bien
les deux guidages rouge vif 4,
• la sangle diagonale
5
n'est attachée
qu'avec le fermoir rouge foncé
7
situé en regard de la ceinture du
véhicule 2,
• la coquille
11
est enclenchée des
deux côtés de la partie inférieure du
siège 12,
• la languette et le fermoir de la
ceinture du véhicule
2
ne se
trouvent pas dans les guidages
du siège auto.
3.3 Zo is het autokinderzitje
juist ingebouwd
Controleer voor de veiligheid
van uw kind of...
• het autokinderzitje stevig in de auto
is ingebouwd,
• de autogordel strak is gespannen
en niet is gedraaid,
• het heupgedeelte
3
van de gordel
door de twee lichtrode
gordelgeleiders
4
loopt,
• het schoudergedeelte
5
gordel alleen met de donkerrode
gordelklem
7
tegenover het slot van
de autogordel
2
is vastgeklemd,
• de zitkuip
11
aan beide zijden van
het onderstel van de zitting
vastgeklikt,
• de gesp en het slot
2
van de
autogordel niet in de
gordelgeleiders
4
van het
4
autokinderzitje liggen.
3.3 Checklist to ensure that
your child safety seat is
installed correctly
For the safety of your child,
please check that...
• the child safety seat is securely
fastened in the vehicle,
• the vehicle seat belt is tightened up
and not twisted,
• the lap belt section
both light red belt guides 4,
van de
• the diagonal seat belt section
only clamped using the dark red
belt clamp
7
on the opposite side
from the vehicle seat belt buckle 2,
• the seat shell
11
12
is
the seat base
12
• neither the buckle tongue nor the
belt buckle
2
of the vehicle seat belt
is positioned in the belt guides
the child safety seat.
3
runs through
5
is
is engaged with
on both sides,
4
of