Terugstuwbeveiliging en leidingen aansluiten. Hierbij zor-
gen dat
de terugstuwbeveiliging zoals afgebeeld met de bestu-
ringselementen horizontaal naar boven is uitgelijnd,
de inbouwpositie overeenkomt met de stromingsrich-
ting (3),
de installatie zelf en de leidingen stevig vastzitten,
de hendel van de noodafsluiter in de neutrale stand
staat, zie "Inbedrijfstelling", pagina 85.
Hiermee functioneert de installatie tijdens de bouw
als een eenvoudige terugstuwbeveiliging.
82 / 112
Beschermkap verwijderen
Sluitingen eerst aan de ene kant openen en daarna aan de
andere kant. Als de sluitingen kruislings worden geopend,
kan de beschermkap beschadigen.
4.3
Eventuele vloerinbouw
Eisen aan de aansluitingen:
Mantelbuis minimaal als DN 50 uitvoeren, altijd twee
bochten van 45° gebruiken. Een voor de buisdiameter
passende afdichting voor de buisdoorvoer (toebehoor)
gebruiken.
Opzetstuk monteren
Opzetstuk eventueel inkorten. Bij het inkorten rekening
houden met de minimale insteekdiepte. Het opzetstuk
moet aan de binnenkant ongeveer 2,5 cm door de afdich-
ting steken.
Inbouw- en montagehandleiding
010-842_01