Télécharger Imprimer la page

Simplicity Conquest Serie Manuel D'utilisation page 127

Publicité

Controle van het veiligheidsvergrendelsys-
teem
Uw machine is uitgerust met veiligheidsvergrendelingss-
chakelaars en andere veiligheidsvoorzieningen. Deze vei-
ligheidssystemen zijn er voor uw veiligheid: probeer de
veiligheidsschakelaars niet te overbruggen en knoei niet
met de veiligheidsvoorzieningen.
WAARSCHUWING
Als uit een test blijkt dat niet alle
veiligheidsvoorzieningen correct werken, mag u de
zitmaaier niet gebruiken.
Test 1 — De motor mag NIET aanslaan als:
• De PTO-schakelaar in de stand AAN staat, OF
• Het rempedaal NIET volledig is ingedrukt (parkeerrem
uitgeschakeld), OF
• De rijsnelheidsregelhendels NIET in de VRIJLOOP-
STAND ("NEUTRAL") staan.
Test 2 — De motor MOET aanslaan en starten als:
• De bestuurder op de stoel zit, EN
• De PTO-schakelaar in de stand UIT staat, EN
• Het rempedaal volledig is ingedrukt (parkeerrem in-
geschakeld), EN
• De snelheidsregelaar in de VRIJLOOPSTAND ("NEU-
TRAL") staat.
Test 3 — de motor moet worden UITGESCHAKELD als:
• de bestuurder van de stoel opstaat terwijl de PTO is in-
geschakeld, OF
• de bestuurder van de stoel opstaat terwijl het
rempedaal NIET volledig is ingedrukt (handrem NIET
AANGETROKKEN).
Test 4 — Controleer de remwerking van de maaibladen
De maaibladen en de aandrijfriem van het maaidek moeten
volledig tot stilstand komen binnen de vijf seconden nadat
de elektrische PTO-schakelaar in de stand UIT is gezet (of
de bestuurder van zijn stoel opstaat). Als de aandrijfriem
van de grasmaaier niet binnen vijf seconden stopt, raad-
pleeg een erkende dealer.
Test 5 — Controle van de achteruitmaaioptie (RMO)
• De motor moet afslaan als u achteruit probeert te rijden
terwijl de PTO ingeschakeld is en de RMO niet werd
geactiveerd.
• Het RMO lampje moet branden wanneer de RMO werd
geactiveerd.
Brandstof bijvullen
WAARSCHUWING
Brandstof en zijn dampen zijn uiterst
brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige
brandwonden of de dood veroorzaken.
Bij het toevoegen van brandstof
Zet de motor uit en laat deze tenminste 3 minuten
afkoelen voordat de tankdop verwijderd wordt.
Vul de brandstoftank buitenshuis of in een goed
geventileerde omgeving.
De brandstoftank niet te vol gieten. Om de benzine de
ruimte te geven om te kunnen uitzetten, de tank niet
tot boven de bodem van de tanknek vullen.
Houd alle brandstof weg van vonken, open vlammen,
waakvlammen, hitte en andere ontstekingsbronnen.
Controleer brandstofslangen, tank, dop en fittingen
regelmatig op barsten of lekken. Zonodig vervangen.
Indien brandstof gemorst wordt, wachten tot deze
verdampt is voordat de motor gestart wordt.
1. Reinig het gebied rond de tankdop. Verwijder de
tankdop (A, Afb. 4).
2. Vul de brandstoftank (B) met brandstof. Vul niet tot
boven de bodem van de brandstoftanknek om
uitzetting van de brandstof te compenseren (C).
3. Installeer de tankdop weer.
De Motor Starten
WAARSCHUWING
Brandstof en zijn dampen zijn uiterst
brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige
brandwonden of de dood veroorzaken.
Bij het starten van de motor
Zorg ervoor dat bougie, uitlaat, tankdop en luchtfilter
(indien de motor hiermee is uitgerust) op hun plaats
zitten en stevig vast zitten.
Torn de motor niet indien de bougie verwijderd is.
Wanneer de motor "verzopen" is, plaats de choke
(indien hiermee uitgerust) in de stand
OPEN/"RUN"(=aan), beweeg de toerentalbediening
(indien hiermee uitgerust) naar de "fast" (=volgas)
positie en torn tot de motor start.
BEDIENING
17

Publicité

loading