nl
Bedrijf
4.16.4 Stille modus activeren
De stille modus kan op het gasmeetinstrument
gedurende 15 minuten worden geactiveerd. Bij een
geactiveerde stille modus zijn vibratie en hoorn
gedeactiveerd. Met behulp van de PC-software Dräger
CC-Vision is een blijvende deactivatie mogelijk.
De gecertificeerde meetfunctie wordt gedeactiveerd
wanneer de stille modus permanent is geactiveerd.
4.16.5 Vangbereik activeren of deactiveren
1. Apparaatinstellingen oproepen.
2. Vangbereiken selecteren.
3. Vangbereik activeren of deactiveren.
4. Het gasmeetinstrument uit- en weer inschakelen om
de nieuwe instelling te accepteren.
Dräger adviseert, de functie Vangbereiken te
activeren.
®
4.16.6 Bluetooth
activeren of deactiveren
(alleen X-am 8000)
1. Apparaatinstellingen oproepen.
2. Bluetooth selecteren.
®
3. Bluetooth
activeren of deactiveren.
4.17 Automatische omschakeling
van het meetbereik activeren
De automatische omschakeling van het meetbereik
maakt geen deel uit van de gecertificeerde meetfunctie.
WAARSCHUWING
Explosiegevaar!
Alleen voor CatEx-sensoren: De automatische
omschakeling van het meetbereik geldt uitsluitend voor
methaan in lucht. Daarvan afwijkende
gassamenstellingen beïnvloeden het meetsignaal,
kunnen leiden tot foutindicaties en de sensor blijvend
beschadigen.
► De automatische omschakeling van het meetbereik
uitsluitend gebruiken voor de meting van methaan in
lucht.
De automatische omschakeling van het meetbereik kan
alleen voor de DrägerSensoren CatEx 125 PR
(bestelnr. 68 12 950) en CatEx 125 PR Gas (bestelnr.
68 13 080) met meetgas methaan worden geactiveerd.
Bij een geactiveerde automatische omschakeling van
het meetbereik wordt bij overschrijding van 100 %LEL
methaan automatisch omgeschakeld naar het vol.-%-
bereik.
Als de functie "Geen meetwaarden in vol.%-bereik" is
geactiveerd, wordt in plaats van de meetwaarden in het
vol.%-bereik nog steeds de overschrijding van het
meetbereik in %LEL weergegeven.
Bij terugkeer naar het bereik <100 %LEL methaan
verandert de weergave van de meetwaarde met de
indicator (cirkelpijl) gedurende de overgangsfase.
Voorwaarden:
– De meetbereiken %LEL (verbrandingswarmte) en
vol.-% (warmtegeleiding) zijn gekalibreerd.
1. Automatische omschakeling van het meetbereik met
behulp van de PC-software Dräger CC-Vision
activeren.
2. Activeer indien nodig de functie "Geen
meetwaarden in vol.%-bereik" met de PC-software
Dräger CC-Vision.
4.18 Waterstof (H
(voor IR Ex)
De H
-verrekening kan met behulp van de PC-Software
2
Dräger CC-Vision worden geconfigureerd.
Voorwaarden:
– Minstens één DrägerSensor XXS H
(68 12 025) is geactiveerd. Als meetgas is H
ingesteld.
– Een Ex-kanaal van de DrägerSensor DUAL IR
Ex/CO
(68 11 960) of DrägerSensor IR Ex
2
(68 12 180) is geactiveerd.
– De beide betrokken kanalen zijn op de eenheid
%UEG/%LEL/%LIE ingesteld.
– De H
-verrekening is alleen mogelijk met een
2
DrägerSensor XXS H
Als de H
-verrekening is geactiveerd, wordt de LEL-
2
gasconcentratie van de beide gekozen sensoren
opgeteld en wordt deze op het display op de positie van
de IR Ex- indicatie weergegeven.
Een geactiveerde H
-verrekening wordt op het display
2
weergegeven met een + achter de gasnaam van de
IR Ex-sensor.
)-verrekening
2
HC
2
2
HC en een IR Ex-kanaal.
2
®
X-am
8000