Indicatie
Voor eenmalig gebruik bij directe klasse II-restauraties met
vulcomposietmaterialen.
Toepassing
1) Span de matrixband afhankelijk van de plaats van de
vulling in overeenstemming met bovenstaande
beschrijving van de verschillende vormen in een gewone
Tofflemire matrixspanner, zodat de gespannen band in
de richting van de wortel iets smaller wordt en de
matrixspanner in mesiale richting wijst.
2) Het verdunde (matte) deel moet daarbij naar buiten
wijzen (in de richting van de aangrenzende tand of kies)
en niet naar binnen (in de richting van de caviteitzijde,
zie afbeelding). Alleen zo is het zeker dat een glad
approximaal restauratie-oppervlak ontstaat.
Voorbeeld van een correct gespannen band;
het matte, verdunde deel wijst naar buiten.
3) Bij tweezijdige klasse II-caviteiten komt de uitsparing
van de matrix op de intacte zijde van de te behandelen
tand of kies te liggen (het intacte approximale deel, zie
onderstaande foto). Zo wordt voorkomen dat de tanden
in dit deel van elkaar worden gescheiden en wordt het
gemakkelijker een stevig contactpunt te maken.
Het intacte contactpunt ligt in de uitsparing van de matrix. Zo
wordt voorkomen dat de tanden en kiezen in dit deel worden
weggedrukt (tand 36, behandeling van een tweezijdige mesiale
caviteit, buccale zijde).
4) De matrix moet voorzichtig worden gespannen, zonder
te veel kracht te zetten. Als de matrix te sterk wordt
gespannen, kan dit tot een scheuring in de verdunde
delen leiden.
5) Er moeten interdentale wiggen worden aangebracht om
voor voldoende cervicale afdichting te zorgen. Het is
echter niet nodig de tanden en kiezen met de wiggen
geforceerd uit elkaar te duwen.
6) Vervolgens kan het vulmateriaal in overeenstemming
met de productinformatie worden aangebracht.
7) De matrix mag pas worden uitgenomen nadat de
interdentale wiggen zijn verwijderd en de spanning
eraf is gehaald. Als de matrix tijdens het verwijderen
inscheurt, moet erop worden gelet dat de gingiva niet
wordt beschadigd.
Speciale opmerkingen
– De OptraMatrix is alleen geschikt voor eenmalig
gebruik.
– Bij het gebruik van een vloeibaar composiet als
eerste laag voor het afdekken van de caviteit en de
daaropvolgende plaatsing van een contactpuntinstru-
ment (bijv. OptraContact van Ivoclar Vivadent) moet
erop worden gelet dat de vloeibare composiet alleen de
caviteit en niet de matrix bestrijkt. Anders wordt na de
polymerisatie van de composiet ook de matrix door de
vloeibare composiet vastgezet en kan deze niet meer
met het contactpuntinstrument naar de aangrenzende
tand of kies worden geduwd.
Buiten het bereik van kinderen bewaren!
Alleen voor tandheelkundig gebruik!
Datum van opstelling van de tekst: 03/2004
Fabrikant:
Ivoclar Vivadent AG, FL-9494 Schaan/Liechtenstein
Dit materiaal is ontwikkeld voor tandheelkundig gebruik en moet
volgens de productinformatie worden toegepast. Indien er schade
optreedt door toepassing voor andere doeleinden of door verkeerd
gebruik kan de fabrikant daarvoor niet aansprakelijk worden gesteld.
De gebruiker is bovendien verplicht om vóór gebruik na te gaan of
het materiaal voor de beoogde toepassing geschikt is, vooral als deze
toepassing niet in de productinformatie staat vermeld.