Monitor
• Wanneer de camera aan grote temperatuurschommelingen
wordt blootgesteld, kan zich condens op de monitor vormen. Wis
deze voorzichtig met een zachte, droge doek af.
• Als de camera bij het inschakelen zeer koud is, lijkt het
monitorbeeld eerst iets donkerder dan normaal. Zodra de
monitor warmer wordt, bereikt het weer zijn normale helderheid.
De productie van de monitor vindt plaats in een zeer nauwkeurig
proces. Zo wordt gegarandeerd dat van de in totaal meer dan
1.040.000 pixels meer dan 99,995% correct werkt en slechts
0,005% donker blijft of altijd helder is. Dit is echter geen storing en
beïnvloedt de beeldweergave niet nadelig.
Sensor
• Hoogtestraling (bijv. bij vluchten) kan pixeldefecten veroorzaken.
Condensatievocht
Als er zich condens op of in de camera heeft gevormd, moet u hem
uitschakelen en ongeveer één uur bij kamertemperatuur laten
liggen. Als kamer- en cameratemperatuur gelijk zijn, verdwijnt de
condens vanzelf.
NL
237