Dit mechanisme moet in de onmiddellijke nabijheid van het apparaat worden geïnstalleerd, zijn toegelaten en
eigenschappen hebben die overeenkomen met het vermogen van het apparaat (zie technische
eigenschappen). Vervolgens moet het apparaat worden aangesloten op de EQUIPOTENTIAAL installatie. Het
bijbehorende klemmenblok bevindt zich in de nabijheid van de opening voor de voedingskabel en is
gemarkeerd met een etiket met een symbool (afb. 8 - blz. 5). Indien u een veiligheidsschakelaar gebruikt, volg
dan de volgende aanwijzingen op:
Aansluiting op de waterleiding
De wateraansluiting moet worden uitgevoerd volgens de geldende voorschriften.
Waterafvoer
De afvoerbuis mag niet direct op een normale afvoerinstallatie worden aangesloten, maar moet boven een
verzamelput geplaatst worden. De afstand van de buis moet zo groot zijn dat contact met de wanden van het
putje en het zich erin bevindende water onmogelijk is en verontreiniging van de gerechten in de bak
voorkomen wordt.
Controle van de dichtheid en de gasdruk (afb. 9 - blz. 5).
Voordat u de gasdruk controleert, moet u eerst met een speciale spray de dichtheid van de installatie
controleren tot aan de sproeier. Hierdoor is het mogelijk om vast te stellen of er geen beschadigingen zijn
opgetreden tijdens het transport. Vervolgens controleert u de ingangsdruk met een manometer, een "U'-
vormige buis of een elektronisch instrument met een schaalverdeling van minimaal 0,1 mbar. Om dit uit te
voeren dient u sluitschroef (1) van de drukaansluiting (2) los te draaien en te verbinden met het
meetinstrument. Open het gaskraantje van het apparaat, meet de gasdruk en sluit het kraantje. Koppel het
meetinstrument los en draai de sluitschroef zorgvuldig terug in de drukaansluiting. De gemeten druk moet zich
bevinden tussen de aangegeven minimum- en maximumwaarde:
Als de druk buiten de grenswaarden valt, moet de oorzaak hiervan vastgesteld worden. Na het wegnemen van
het probleem, opnieuw de druk meten.
Gassoort
G20 (methaan)
G25 (methaan)
G30 (butaan)
G31 (propaan)
P n
Pmin
PMAX
[mbar]
[mbar]
[mbar]
20
17
20
17
50
42,5
57,5
50
42,5
57,5
13
25
25