13. Alleen voldoende geschoolde personen en vol-
wassenen mogen de machine bedienen, instellen
en onderhouden.
14. Bent u niet vertrouwd met de strimmer, oefen dan
de omgang hiermee met een niet draaiende motor
(UIT/OFF).
15. Controleer altijd het terrein, vaste voorwerpen,
zoals stukken metalen, flessen, stenen, etc., kunnen
worden weggeslingerd en ernstig letsel veroorzaken
bij de gebruiker en de machine permanent beschadi-
gen. Mocht u per ongeluk een vast voorwerp aanra-
ken met de strimmer, schakel dan de motor direct
uit en controleer dan de machine op eventuele scha-
de. Gebruik de machine nooit als deze is beschadigd
of gebreken vertoond.
16. Strim en snijd altijd in het bovenste toerental-
bereik. Laat de motor bij aanvang van het maaien
of tijdens het strimmen nooit met een laag toerental
draaien.
17. Gebruik de machine alleen voor de bedoelde
doeleinden, zoals strimmen en onkruid maaien.
18. Houd tijdens het gebruik de draadkop nooit bo-
ven kniehoogte.
19. Gebruik de machine niet, als toeschouwers of
dieren in de directe omgeving zijn. Houd tijdens de
maaiwerkzaamheden een minimale afstand van 15
m tussen gebruiker en ander personen of dieren. Bij
afmaaiwerkzaamheden tot aan de grond een mini-
male afstand van 30 m aanhouden.
20. Bij werkzaamheden op hellingen altijd onder de
snij-inrichting gaan staan. Werk alleen op hellingen
en heuvels als u veilige en vaste grond onder uw
voeten heeft.
Aanvullende instructies
1. GEBRUIK GEEN ANDER BRANDSTOF dan dege-
ne die wordt aanbevolen in de gebruikshandleiding.
Volg altijd de instructies in de paragraaf „Brandstof
en olie" in deze handleiding. Gebruik geen benzine
die niet goed met 2-taktolie is gemengd. Anders be-
staat het gevaar voor blijvende schade aan de motor,
waardoor de garantie van de fabrikant vervalt.
2. NIET ROKEN, tijdens het tanken en bedienen van de
machine.
3. BEDIEN DE MACHINE NIET ZONDER UITLAAT en
goed geïnstalleerde uitlaatbescherming.
4. DE UITLAAT NIET AANRAKEN met het lichaam of
met de handen. Houd de machine zo vast dat de dui-
men en de vingers de grepen omsluiten.
5. BEDIEN DE MACHINE NIET IN EEN ONCOMFOR-
TABELE HOUDING, niet bij ontbrekend evenwicht,
met uitgestrekte armen of slechts met één hand. Ge-
bruik bij het bedienen altijd beide handen en omsluit
daarbij de grepen met duimen en vingers.
6. Houd de draadkop altijd op de grond tijdens het ge-
bruik van de machine.
7. Gebruik de grasstrimmer / motorzeis alleen voor het
bedoelde doeleinde, zoals grasstrimmer en maai-
werkzaamheden.
8. Gebruik de machine niet gedurende een langere pe-
riode, houd regelmatig een pauze.
9. GEBRUIK DE MACHINE NIET ONDER INVLOED
NL | Gebruiksaanwijzing
10. GEBRUIK DE MACHINE ALLEEN ALS DE BE-
11. Elke wijziging aan, aanvullingen op of verwijdering
12. Gebruik de machine nooit in de buurt van licht ont-
13. GEBRUIK GEEN ANDERE SNIJGEREEDSCHAP-
Veiligheidsmaatregelen bij de omgang met het
snijblad
1. ALLE WAARSCHUWINGEN OPVOLGEN evenals
2. Het snijblad kan plotseling van voorwerpen
3. HET SNIJBLAD SLINGERT VOORWERPEN MET
4. Controleer uw machine en aanbouwonderdelen
5. HET SNIJBLAD LOOPT NA ALS DE SMOORKLEP
6. GEVARENZONE MET EEN DIAMETER VAN 15
TRANSPORT
• Wanneer de machine vervoerd wordt met een trans-
portmiddel, moet zij op dusdanige manier gepositi-
NL-5
VAN ALCOHOL OF DRUGS.
SCHERMKAP EN/OF BESCHERMINRICHTINGEN
ZIJN GEÏNSTALLEERD EN IN GOEDE TOESTAND
ZIJN.
aan het product kunnen de persoonlijke veiligheid in
het geding brengen en zorgen dat de garantie van de
fabrikant vervalt.
vlambare vloeistoffen of gassen in gesloten ruimten of
buiten. Explosies en/of brand kunnen het gevolg zijn.
PEN. Voor uw eigen veiligheid alleen accessoires
en aanvullende apparatuur gebruiken die in de be-
dieningshandleiding zijn opgegeven of door de fabri-
kant worden aanbevolen of opgegeven. Het gebruik
van ander dan in de bedieningshandleiding of in de
catalogus aanbevolen gebruiksgereedschappen of
accessoires kan een persoonlijk letselrisico voor u
betekenen.
alle aanwijzingen voor het gebruik en de montage
van het snijblad.
worden weggeslingerd, als deze niet kunnen
worden doorgemaaid/doorgesneden. Dit kan let-
sel veroorzaken aan armen en benen. Houd om-
standers en dieren in alle richtingen minimaal 15 m
uit de buurt van de werkpositie. Mocht de machine
vreemde voorwerpen raken, stop dan de motor direct
en beng het snijblad tot stilstand. Controleer het blad
op beschadigingen. Vervang het snijblad altijd als het
verbogen of gescheurd is.
GROTE KRACHT WEG. Dit kan blindheid en letsel
veroorzaken. Draag oog-, gezichts- en beenbescher-
ming. Verwijder voorwerpen altijd uit het werkbereik,
voordat u het snijblad gebruikt. Houd in alle richtin-
gen een afstand van 15 meter tussen uzelf en ander
personen of dieren.
vóór elk gebruik zorgvuldig op beschadigingen.
Gebruik de machine niet, als niet alle snijbladaan-
bouwonderdelen correct zijn gemonteerd.
(gashendel) WORDT LOSGELATEN. Een nalopend
snijblad kan bij uzelf of bij omstanders snijletsel ver-
oorzaken. Voordat uw gaat werken met het snijblad,
de motor uitzetten en controleren of het snijblad tot
stilstand is gekomen.
METER. Omstanders kunnen blind raken of letsel
oplopen. Houd in alle richtingen een afstand van 15
meter tussen uzelf en ander personen of dieren.