Leg de persleiding steeds stijgend (idealiter eerst verti-
caal, dan horizontaal) in een lus aan tot boven het opstu-
wingsniveau van het openbare riool.
Dit voorkomt dat er bij stijging van het waterpeil in het
riool, bijv. bij sterke regenval, afvalwater door de perslei-
ding wordt teruggedrukt in het reservoir van de opvoerin-
stallatie. Leid de persleiding rechtstreeks naar de dichtst-
bijzijnde verzamelafvoer. Controleer de dichtheid van alle
aansluitingen en verbindingen nogmaals.
Er moet worden uitgesloten dat de persleiding kan bevrie-
zen. Het is aan te bevelen de hele persleiding toereikend
te isoleren. Volgens DIN moeten alle aangesloten sanitai-
re voorzieningen zich in dezelfde ruimte bevinden als de
installatie.
5.3. Elektrisch systeem
Gevaar door elektrische stroom!
Door ondeskundige omgang met stroom bestaat le-
vensgevaar! Alle pompen met vrije kabeluiteinden
moeten door een elektricien worden aangesloten.
Voor de inbedrijfstelling moet een vakman controle-
ren of de vereiste elektrische voorzorgsmaatregelen
aanwezig zijn. Aarding, aarding van de neutrale lei-
ding, scheidingstransformator en aardlekschakelaar
moeten voldoen aan de voorschriften van het verant-
woordelijke elektriciteitsbedrijf.
De in de Technische gegevens vermelde spanning
moet overeenkomen met de aanwezige netspanning.
Controleer of de elektrische steekverbindingen in het
overstromingsveilige bereik liggen of beschermd zijn
tegen vocht. Netaansluitkabel en stekker moeten
voor gebruik op beschadiging worden gecontroleerd.
Het uiteinde van de aansluitkabel mag niet in water
worden ondergedompeld, omdat er anders water in
de motoraansluitruimte kan komen.
De elektrische aansluiting moet in overeenstemming met
de plaatselijke voorschriften van het energiebedrijf of de
Overstroming Niveau
Duitse VDE worden uitgevoerd. De voedingsspanning
en de frequentie zijn te vinden op het typeplaatje van de
pomp en het schakeltoestel.
De spanningstolerantie moet in het bereik +6% tot - 10%
van de netspanning liggen. Er moet op worden gelet dat
de op de typeplaatjes vermelde gegevens overeenkomen
met de aanwezige stroomvoorziening. Voor de opvoerin-
stallaties is geen verdere motorbeveiliging nodig. Het ap-
Geintegreerde
paraat wordt met de randaardestekker aangesloten op het
terugslagklep
stroomnet.
5.4. Inbedrijfstelling
Steek de netstekker in een geaarde contactdoos, de op-
voerinstallatie is nu bedrijfsklaar. De pomp begint te wer-
ken zodra de waterstand in het verzamelreservoir het
inschakelniveau heeft bereikt. Als het peil het uitschakel-
niveau bereikt, wordt de pomp uitgeschakeld.
De pomp nooit langere tijd droog laten lopen (over-
verhittingsgevaar).
nEDlErlanDS | 55