5.4. Voorbereidende werkzaamheden
De machine is volgens de nieuwste stand der techniek
geconstrueerd en gemonteerd, zodat deze onder normale
bedrijfsvoorwaarden lang en betrouwbaar werkt.
Controleer de volgende punten:
•
Kabelgeleiding – geen lussen, licht gespannen
•
Alle kleppen open
•
Controleren of toebehoren, leidingenstelsel, ophang-
voorziening stevig en correct vastzitten
•
Controle van aanwezige niveauregelingen of droog-
loopbeveiliging
5.5. Elektrisch systeem
Bij de aanleg en keuze van elektrische leidingen en bij het
aansluiten van de motor moeten de relevante plaatselijke
en VDE-voorschriften worden nageleefd. De motor moet
door een motorbeveiligingschakelaar worden beschermd.
Laat de motor volgens het schakelschema aansluiten. Let
op de draairichting! Bij verkeerde draairichting levert de
machine niet het aangegeven vermogen en kan er onder
ongunstige omstandigheden schade ontstaan.
Gevaar door elektrische stroom!
Door ondeskundige omgang met stroom bestaat le-
vensgevaar! Alle pompen met vrije kabeluiteinden
moeten door een elektricien worden aangesloten.
Voor de inbedrijfstelling moet een vakman controle-
ren of de vereiste elektrische voorzorgsmaatregelen
aanwezig zijn. Aarding, aarding van de neutrale lei-
ding, scheidingstransformator en aardlekschakelaar
moeten voldoen aan de voorschriften van het verant-
woordelijke elektriciteitsbedrijf.
De in de Technische gegevens vermelde spanning
moet overeenkomen met de aanwezige netspanning.
Controleer of de elektrische steekverbindingen in het
overstromingsveilige bereik liggen of beschermd zijn
tegen vocht. Netaansluitkabel en stekker moeten
voor gebruik op beschadiging worden gecontroleerd.
Het uiteinde van de aansluitkabel mag niet in water
worden ondergedompeld, omdat er anders water in
de motoraansluitruimte kan komen.
De elektrische aansluiting moet in overeenstemming met
de plaatselijke voorschriften van het energiebedrijf of de
Duitse VDE worden uitgevoerd. De voedingsspanning
en de frequentie zijn te vinden op het typeplaatje van de
pomp en het schakeltoestel.
De spanningstolerantie moet in het bereik +6% tot - 10%
van de netspanning liggen. Er moet op worden gelet dat
de op de typeplaatjes vermelde gegevens overeenkomen
met de aanwezige stroomvoorziening. Voor de opvoerin-
stallaties is geen verdere motorbeveiliging nodig.
De pompmotoren hebben een in de motorwikkeling inge-
bouwde thermoschakelaar, die de pomp bij oververhitting
of overbelasting van de motor via het aangesloten scha-
keltoestel uitschakelt. Er is verder geen motorbeveiliging
nodig.
50 | nEDErlanDS
5.5.1 Elektronica-besturingskast PCS (wisselstroom)
De bij de levering van de installatie inbegrepen besturings-
kast PCS regelt en bewaakt het bedrijf van de opvoerin-
stallatie en meldt optredende storingen.
De installatie wordt stekkerklaar geleverd. Nadat de stek-
ker in het stopcontact is gestoken, is de installatie operati-
oneel. Alle voor een goed bedrijf vereiste parameters zijn
vooraf ingesteld. Als de groene led voor het bedrijf brandt,
is de installatie operationeel.
Besturingsfuncties:
De besturing werkt met pneumatische niveaudetectie.
Daarbij wordt bij een stijgende waterstand in het reservoir
het niveau gedetecteerd via een pitotbuis in het reservoir
en via een drukslang doorgestuurd naar de meetsensor
in de besturing. Om ervoor te zorgen dat de installatie
constant goed functioneert, is het absoluut noodzakelijk
dat de drukslang vanaf de pitotbuis naar de besturing zich
voortdurend in een stijgende lijn bevindt en geen knopen
bevat.
Indien de besturing is aangesloten op de netspanning,
geeft de besturing met een groene brandende led aan dat
de installatie in automatisch bedrijf is.
Zodra het af fabriek ingestelde inschakelniveau is bereikt,
wordt de pomp door de besturing geactiveerd. Tijdens het
bedrijf van de pomp knippert de groene led langzaam.
Om ervoor te zorgen dat het verzamelreservoir tijdens het
pompen volledig wordt leeggemaakt en om afzetting in
het reservoir te voorkomen, is in de besturing een naloop-
tijd van 4 seconden geprogrammeerd. Deze nalooptijd
start nadat het uitschakelpunt is bereikt en wordt aange-
geven door het snelle knipperen van de groene led. Na af-
loop van de nalooptijd wordt de pomp weer uitgeschakeld
door de besturing.
Voor het melden van storingen is de besturing uitgerust
met een rode led. Via deze led worden de volgende mel-
dingen uitgegeven:
Rode led knippert 5x per seconde – overstromingsalarm
Rode led knippert 1x per seconde – thermosensor/mo-
torbeveiliging
Het af fabriek geprogrammeerde alarmniveau is over-
schreden. Dit alarm kan bijv. door een tijdelijke grote toe-
voer naar de installatie worden geactiveerd. In dit geval
wordt het alarm automatisch uitgeschakeld als de toevoer
minder wordt, en de pomp ervoor zorgt dat de waterstand
daalt tot onder het alarmniveau. Indien deze toestand ge-
durende een langere periode blijft bestaan (> 5 minuten),
dient u contact op te nemen met de klantenservice van
HOMA. In dit geval dient de verdere toevoer van water
naar het reservoir te worden verhinderd.
Rode led brandt constant - Maximale looptijd over-
schreden
De opvoerinstallatie is zo ontworpen dat de pomp onder
normale bedrijfsomstandigheden (opvoerhoogte en toe-
voerhoeveelheid komen overeen met de installatiekarak-