EBARA 2GPE E-SPD+ Manuel D'utilisation Et D'entretien page 37

Masquer les pouces Voir aussi pour 2GPE E-SPD+:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 12
5.2. BESCHERMING EN VOORZICHTIGHEIDSMAATREGELEN
Alle elektrische pompen zijn zodanig ontworpen dat de bewegen-
de delen ongevaarlijk zijn dankzij het gebruik van een beveiligin-
gskarter. De fabrikant wijst daarom iedere willekeurige verantwo-
ordelijkheid af in geval van schade veroorzaakt naar aanleiding
van het uitvoeren van werkzaamheden op deze inrichtingen.
Iedere geleider of ieder deel onder spanning is elektrisch geïsolee-
rd ten opzichte van de massa; er is hoe dan ook een extra beveili-
ging die bestaat uit de verbinding van de toegankelijke geleidende
delen met een aardgeleider, zodat de toegankelijke delen geen ge-
vaar kunnen vormen mocht de hoofdisolatie het begeven.
5.3. RESTRISICO'S VOOR OPPERVLAKTEPOMPEN
De restrisico's zijn:
a) Mogelijk contact (ook ongewenst) van dunne voorwerpen (bv. schroeven-
draaier, stokjes en dergelijke) met het vliegwiel van de motorventilator via
de openingen van de afscherming.
b) Bij eenfasepompen: mogelijk plots opstarten van de motor zonder waar-
schuwing na automatische reset van de motorbeveiliging na interventie
bij oververhitting.
6. TECHNISCH-CONSTRUCTIEVE EIGENSCHAPPEN
De elektrische pomp die u hebt gekocht is ontworpen en vervaardigd volgens
onderstaande normen:
• RISICO'S VAN MECHANISCHE AARD (Bijlage I Machinerichtlijn):
- UNI EN ISO 12100
• RISICO'S VAN ELEKTRISCHE AARD (Bijlage I Machinerichtlijn):
- UNI EN ISO 12100
- CEI EN 60204-1
• RISICO'S VAN VERSCHILLENDE AARD (Bijlage I Machinerichtlijn):
- 2006/42/EC - Bijlage I
De elektrische componenten en de betreffende circuits die op de elektrische
pomp zijn geïnstalleerd, voldoen aan de normen CEI EN 60204-1.
7. INSTALLEREN EN VERWIJDEREN, TRANSPORT EN
OPSLAG
LET OP!
DE INSTALLATIE MOET WORDEN UITGEVOERD DOOR EEN
GEKWALIFICEERDE TECHNICUS.
7.1. ALGEMENE OPMERKINGEN BETREFFENDE DE INSTALLATIE
a) Metalen leidingen gebruiken om te vermijden dat deze het begeven tijdens
de drukvermindering die zich bij het aanzuigen creëert, of leidingen in
plastic materiaal met een bepaalde graad van onbuigzaamheid.
b) de leidingen zodanig ondersteunen en uitlijnen, dat ze geen druk op de
pomp uitoefenen;
c) bij gebruik van flexibele zuig- en persleidingen vermijden deze te buigen,
om smoringen te vermijden;
d) de eventuele verbindingen van de leidingen verzegelen: luchtinfiltraties in de
zuigleiding hebben een negatieve uitwerking op de werking van de pomp;
e) het wordt aanbevolen om op de persleiding, bij de uitgang van de elektrische
pomp een terugslagklep en een afsluitklep te installeren, in genoemde volgorde;
f) de leidingen aan het bassin, of in ieder geval aan vaste delen bevestigen,
zodat ze niet door de elektrische pomp ondersteund worden;
g) het gebruik van te veel bochten (zwanehalzen) en kleppen in de installatie
vermijden;
h) op de OPPERVLAKTEPOMPEN die boven een beweegbaar deel zijn
geïnstalleerd, zou de zuigleiding moeten zijn voorzien van een voetklep
en een filter om het binnenkomen van vreemde voorwerpen te voorkomen;
het uiteinde van de leiding zou zich op een afstand van minstens twee
keer de diameter van de leiding onder water moeten bevinden; de afstand
van de leiding tot de bodem van het bassin zou bovendien anderhalf keer
de diameter van de leiding moeten bedragen; Voor aanzuigingen > 4
meter een leiding met een vergrote diameter gebruiken, voor een betere
productiviteit (aanbevolen 1⁄4" groter bij inlaat);
7.2. INSTALLATIE
a) De pomp op een vlakke ondergrond plaatsen, zo dicht mogelijk bij de wa-
tertoevoer, en daarbij genoeg ruimte er omheen vrij laten om het uitvoeren
van werkzaamheden voor gebruik en onderhoud in veilige omstandigheden
mogelijk te maken. In ieder geval minstens 100 mm ruimte vrij laten vóór
de koelventilator van de oppervlaktepompen;
b) in geval van dompelpompen, deze neerlaten met een kabel bevestigd aan
het handvat of aan de daarvoor bestemde haken;
c) gebruik leidingen met geschikte diameter (zie DEEL 2), voorzien van
buiskoppelingen met schroefdraad die op de zuig- en persklep van de
elektrische pomp moeten worden geschroefd of op de meegeleverde
contra-schroefflenzen.
d) de OPPERVLAKTEPOMPEN zijn niet voorzien voor mobiel gebruik en
gebruik in de open lucht, behalve wanneer dat aangegeven is (zie DEEL 2).
e) raadpleeg het eventuele hoofdstuk "VOORBEREIDING TER GEBRUIK" in
DEEL 2 voor specifieke instructies.
7.3. DESINSTALLATIE
Voor het verplaatsen of demonteren van de elektrische pomp is het noodzakelijk:
a) de stroomvoorziening te onderbreken;
b) de zuig- en persleidingen (waar aanwezig) los te maken, als deze te lang
zijn of te veel plaats innemen;
c) indien aanwezig, de schroeven los te draaien die de elektrische pomp op
het draagvlak blokkeren;
d) indien aanwezig, de stroomtoevoerkabel met de hand vast te houden;
e) de elektrische pomp op te tillen met passende middelen, op grond van
zijn gewicht en afmetingen (zie het typeplaatje).
7.4. TRANSPORT
De elektrische pomp is verpakt in een kartonnen doos of, als gewicht en
afmetingen dat vereisen, bevestigd op een houten pallet; het transport zal hoe
dan ook geen bijzondere problemen opleveren. Controleer in ieder geval het
totale gewicht dat op de doos is geschreven.
7.5. OPSLAG
a) Bewaar het product op een overdekte en droge plek, verwijderd van
warmtebronnen en afgeschermd van vuil en trillingen.
b) Bescherm het product tegen vochtigheid, warmtebronnen en mechanische
schade.
c) Plaats geen zware voorwerpen op de verpakking.
d) Het product moet worden opgeslagen bij een temperatuur tussen +5°C en
+40°C (41°F en 104°F) en een relatieve vochtigheid van 60%.
8. ELEKTRISCHE AANSLUITING
− DE ELEKTRISCHE AANSLUITING MOET WORDEN UITGEVOERD
DOOR EEN GEKWALIFICEERDE TECHNICUS.
− HET WORDT AANBEVOLEN, ZOWEL VOOR DE DRIEFASIGE VER-
SIE ALS VOOR DE ÉÉNFASIGE VERSIE, EEN HOOGGEVOELIGE
AARDLEKSCHAKELAAR IN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE TE
INSTALLEREN (0,03 A).
LET OP!
De voeding van de elektrische pomp zonder stekker gebeurt
door een blijvende aansluiting te maken met het schakel-
bord, uitgerust met een schakelaar, zekeringen en thermi-
sche schakelaar geijkt op de stroomsterkte opgenomen
door de elektrische pomp.
Het netwerk moet beschikken over een efficiënte aardingsin-
stallatie volgens de bestaande elektrische normen in het land:
deze verantwoordelijkheid wordt gedragen door de installateur.
In geval van elektrische pompen zonder stroomtoevoerkabel,
een kabel aanschaffen die voldoet aan de geldende normen
in het eigen land en met de juiste doorsnede op grond van
de lengte, het geïnstalleerde vermogen en de netspanning.
Indien aanwezig, dient de stekker van de éénfasige versie te
worden aangesloten op het elektrische netwerk in een inter-
ne omgeving, ver van besproeiing, waterstralen of regen, en
op zodanige wijze dat de stekker toegankelijk is.
De driefasige versies zijn niet voorzien van interne motorbe-
scherming, dus de bescherming tegen overbelasting dient
door de gebruiker te worden uitgevoerd.
ELEKTRISCHE OPPERVLAKTEPOMP TIJDENS HET AANSLUITEN
ABSOLUUT VERMIJDEN DAT DE AANSLUITKAST OF DE MOTOR NAT
OF VOCHTIG RAKEN.
– Voor de éénfasige versie de aansluiting uitvoeren afhankelijk van het feit of
de thermo-amperometrische beveiliging "P" intern is (FIG.1) of extern (FIG.2).
– Voor de driefasige versie, na het aansluiten van de stroomtoevoerkabel van
NL
37

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières