AANSLUITING OP DE ENERGIEBRONNEN
specificeerd in EN 10226-1.
De gastoevoerslang moet regel-
matig gecontroleerd worden en/
of vervangen worden door ge-
autoriseerd technisch personeel in
overeenstemming met de plaatselijk
geldende normen.
De koppeling van de appara-
tuur is van het type buiten-
draads 1/2"G. De pijp voor de
verbinding moet van het type bin-
nendraads 1/2 "G zijn
De leidingen moeten stevig op
de
betreffende
worden vastgedraaid
Controleer
gaslekken na het openen van
de toevoerkraan (afb. 4)
Na het voltooien van de werkzaamhe-
den de toevoerkraan sluiten (afb. 3).
Indien de injector vervangen
moet worden voor de aanpas-
sing aan een andere gassoort
ga dan te werk volgens de procedure
beschreven onder Handelingen voor
de inbedrijfstelling (zie Hfdst. 5).
WIJZIGING TYPE GAS - ZIE PAR.
ILLUSTRATIES - REFERENTIE g).
De vanuit de fabriek gelever-
de machine is ingesteld op
het type gas dat aangegeven
staat op het typeplaatje. Andere
configuraties die de ingestelde pa-
rameters wijzigen moeten door de
fabrikant of zijn gemachtigde wor-
den goedgekeurd.
De omzetting van de ene gas-
soort naar een andere moet
worden verricht door gekwali-
ficeerd technisch personeel, be-
voegd voor de te verrichten hande-
ling. De juiste procedure voor de
omzetting wordt beschreven in het
betreffende hoofdstuk
DEZE HANDLEIDING IS EIGENDOM VAN DE FABRIKANT EN ELKE, OOK GEDEELTELIJKE, REPRODUCTIE IS VERBODEN.
koppelingen
het
geheel
op
- 13 -
Verstuivers - By-pass - Mem-
branen - en andere benodigd-
heden voor de omzetting van
het gas moeten rechtstreeks bij de
fabrikant opgevraagd worden
Na het voltooien van de omzet-
ting van de ene soort voeding
naar een andere moet het typepla-
tje van de apparatuur met de nieu-
we parameters worden vervangen
zoals weergegeven op de bijgele-
verde sticker.
In enkele gevallen moeten er
twee
typeplaatjes
worden (oventoestellen), één in
de buurt van de gasaansluiting en één
binnen de apparatuur (zie ILLUSTR. f).
AANSLUITING OP DE ELEKTRI-
SCHE VOEDING
De elektrische aansluiting moet worden
uitgevoerd in overeenstemming met de
plaatselijke normen die van kracht zijn,
en dit alleen door bevoegd, bekwaam
personeel. De technische gegevens
zoals vermeld op het typeplaatje van
de apparatuur en weergegeven in deze
handleiding controleren alvorens de
aansluitingen tot stand te brengen.
Sluit het apparaat aan op een
omnipolaire stroomvoorziening
met overspanningscategorie III.
AARDING / Het is noodzakelijk
om het apparaat op een aarding
aan te sluiten. Hiertoe moet u de
klemmen gemarkeerd met de symbo-
len op het klemmenbord van de aan-
komst van de lijn aansluiten op een
efficiënte aarding, die conform met de
plaatselijke normen die van kracht zijn
is uitgevoerd.
SPECIFIEKE WAARSCHUWINGEN
/ De elektrische veiligheid van dit ap-
paraat is alleen verzekerd wanneer
het apparaat correct is aangesloten
op een efficiënt aardingssysteem,
zoals aangegeven in de plaatselijke
4.
NL
vervangen