3.2 Aanbrengen van het ademmasker
BiLevel ST 22 is bestemd voor de werking met nasaal-, neus-mond- en volledige gezichts-
maskers. Ga voor het aanbrengen van het ademmasker als volgt te werk.
1. Stel, indien aanwezig, de hoofdsteun van het ademmasker in.
2. Verbind de hoofdkap c.q de hoofdbanden met het ademmasker, breng het ademmasker
aan.
3. Stel de hoofdkap c.q. de hoofdbanden zodanig in dat er slechts een geringe druk van
de maskervoering ontstaat om drukplaatsen in het gezicht te vermijden.
Let op de gebruiksaanwijzing van het desbetreffende ademmasker.
3.3 Accessoires
Apart uitademsysteem
Een apart uitademsysteem is noodzakelijk als u een ademmasker zonder geïntegreerd uit-
ademsysteem gebruikt.
Via het uitademsysteem ontwijkt de verbruikte kooldioxide- (CO
ademmasker. Zonder uitademsysteem zou de CO
slang tot kritische waarden stijgen en daardoor uw ademhaling hinderen.
Verder maat het uitademsysteem het u mogelijk om ook bij een eventuele uitval van het
apparaat door de neus of de mond te ademen. Bij volledige gezichtsmaskers vindt de
ademhaling in geval van storing door een veiligheidsventiel op het ademmasker plaats.
Uitademsysteem
Mof
Slangsysteem
70
NL
Opstelling van het apparaat
-concentratie in het ademmasker en de
2
De mof aan het einde van de vouwslang heeft een dia-
meter van 19,5 mm en past over een 22 mm standaard-
conus. Steek het uitademsysteem in de mof van de
vouwslang.
Let op de gebruiksaanwijzing van uw uitademsysteem.
-)houdende lucht uit het
2