Bescherminrichtingen zijn (zie hoofdstuk Beschrijving van de componenten):
–
Behuizing, grasopvangzak, uitwerpklep (9)
Deze bescherminrichtingen beschermen tegen letsels door omhoog
geslingerde voorwerpen.
Het toestel mag niet met beschadigde behuizing c.q. zonder
reglementair bevestigde opvangzak resp. deflector of tegen de
behuizing aanliggende uitwerpklep worden gebruikt.
–
Behuizing
Deze beveiligingsvoorziening beschermt tegen letsel door contact
met de roterende mesbalk.
Het apparaat mag niet met beschadigde behuizing worden gebruikt.
Erop letten dat handen en voeten niet onder de behuizing komen.
–
Overtrekslang aan bovengedeelte van duwboom (12), motorkap (5)
en motorconsole (7), schakelaar-stekker-combinatie met kabel (1,
14), aansluitkabel, messchroef
Deze beveiligingsvoorzieningen beschermen tegen letsel door
aanraking van onder spanning staande onderdelen.
De elektrische uitrusting mag niet worden veranderd.
Defecte aansluitkabels moeten worden vervangen. Een aansluitkabel
met minimale kwaliteit H05 RN-F (alternatief H05 VV-F) conform
DIN/VDE 0282/4 gebruiken.
Na reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan isolatieonderdelen
moet conform bestaande norm
DIN EN 60335 een isolatiecontrole worden uitgevoerd.
De bescherminrichtingen mogen niet veranderd worden.
•
Start of bedien de aanloopschakelaar voorzichtig, overeenkomstig de aanwijzingen
van de producent.
•
Tijdens het startproces de aandrijving, indien voorhanden, niet inschakelen.
Let er bij het in bedrijf nemen op dat uw voeten op een veilige afstand van
het maaisysteem staan.
Bij het starten van de motor mag de machine niet omhoog worden
gekanteld, maar, indien vereist, door de duwboom omlaag te duwen
slechts zo schuin worden gezet, dat het maaimes in de van de gebruiker
afgewende richting wijst, maar niet verder dan absoluut noodzakelijk is.
Voordat het apparaat weer op de grond staat, moeten beide handen zich
aan het bovenste deel van de duwboom bevinden.
Start de motor niet, als er personen of dieren voor de maaier staan.
Bij apparaten met zijdelingse uitwerp mag u de motor niet starten, als u
voor het uitwerpkanaal staat of als er zich personen of dieren in het
uitwerpbereik bevinden.
Houd handen en voeten altijd uit de buurt van draaiende onderdelen. Zorg
ervoor dat handen en voeten niet onder de behuizing komen. Houd u altijd
verwijderd van de uitwerpopening.
Schakel de motor uit door de beugel voor de motorstop los te laten, trek de
netstekker uit, en vergewis u ervan dat alle bewogen delen volkomen
stilstaan:
–
als de machine wordt verlaten;
–
voordat u de aansluitleiding controleert;
–
voordat u de machine controleert, reinigt of werkzaamheden eraan
uitvoert;
–
voordat u blokkeringen losmaakt of verstoppingen in het
uitwerpkanaal elimineert;
–
als er een vreemd voorwerp werd geraakt;
–
als de machine ongewoon begint te trillen.
•
Wanneer er een vreemd voorwerp werd getroffen en als de machine blokkeert,
bijv. als u tegen een hard voorwerp rijdt, moet u een vakhandelaar laten
controleren of er onderdelen van de machine beschadigd of vervormd zijn. Ook de
mogelijk noodzakelijke reparaties steeds door een geautoriseerde vakwerkplaats
laten uitvoeren.
•
Als de machine ongewoon sterk begint te trillen of abnormale geluiden begint te
maken, dan is een onmiddellijke controle door een geautoriseerde vakwerkplaats
vereist.
Hoge trillingen op uw handen kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Wend u
als er sterke trillingen optreden meteen tot een geautoriseerde vakwerkplaats.
•
WAARSCHUWING
De in deze bedieningshandleiding vermelde geluids- en trillingsniveaus zijn de
maximum waarden voor de inzet van het apparaat.
De inzet van een snij-element in onbalans, overmatige bewegingssnelheid of
gebrekkig onderhoud zijn van aanzienlijke invloed op geluidsemissie en trillingen.
Daarom is het noodzakelijk om voorzorgsmaatregelen te treffen, zodat eventuele
schade als gevolg van hoge geluidsniveaus en belasting door trilling wordt
vermeden.
Onderhoud het apparaat goed, draag een gehoorbescherming, en neem pauzes
tijdens het werk.
De in deze bedieningshandleiding opgesomde onderhoudswerkzaamheden
uitvoeren en het apparaat regelmatig door een geautoriseerde werkplaats laten
controleren en onderhouden.
Schakel de motor uit door de beugel voor de motorstop los te laten, en
vergewis u ervan dat alle bewogen delen volkomen stilstaan,
–
als u de maaier moet optillen of kantelen, bijv. voor het transport;
–
als u de machine naar het maaivlak toe en weer weg transporteert;
–
bij het rijden buiten het gazon;
–
als u de machine korte tijd verlaat;
–
als u de snijhoogte wilt verstellen;
–
voordat u de grasvangzak eraf neemt.
–
voordat u de mulchstop verwijdert;
Onderhoud en opslag
•
Onvoldoende onderhoud van uw apparaat leidt tot veiligheidsrelevante gebreken.
•
Zorg ervoor dat alle schroefverbindingen goed zijn vastgeschroefd en dat het
toestel in een veilige arbeidstoestand is.
U mag alleen bij uitgeschakelde motor de uitwerpklep openen en de
grasopvangzak verwijderen of de mulchprop verwijderen.
Controleer elke keer voordat u gaat maaien of de grasopvangbak niet
versleten is en of die nog goed functioneert.
Controleer elke keer voordat u gaat maaien de toestand en de goede
bevestiging van het mes. De bevestigingsschroef van het mes moet altijd
door een geautoriseerde vakwerkplaats worden aangedraaid, aangezien
na reparatie- en onderhoudswerkzaamheden aan isolatiedelen (bijv.
messchroef) conform de bestaande norm DIN EN 60335 een controle van
de isolatieveiligheid moet worden uitgevoerd. Een versleten of beschadigd
mes moet absoluut worden vervangen
Het uitwisselen, bijslijpen en uitbalanceren van het mes steeds door een
geautoriseerde vakwerkplaats laten uitvoeren, omdat na reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden aan isolatiedelen (bijv. Messenschroef)
overeenkomstig de bestaande norm DIN EN 60335 een isolatiecontrole
dient te worden uitgevoerd.
•
Vervang om veiligheidsredenen versleten of beschadigde onderdelen.
Draag bij onderhouds- en reinigingswerkzaamheden altijd
veiligheidshandschoenen.
Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden mogen alleen worden
uitgevoerd bij uitgeschakelde motor en uitgetrokken netstekker. Houd er bij
het onderhouden van de snijmessen rekening mee, dat zelfs als de
spanningbron is uitgeschakeld de snijmessen bewogen kunnen worden.
Een regelmatig onderhoud is onontbeerlijk voor de veiligheid en het
behoud van het prestatievermogen.
De machine niet onder stromend water of met drukreinigingsapparaten
reinigen. De elektrische inrichting zou beschadigd kunnen worden.
Om garantie- en veiligheidsredenen mogen er alleen originele onderdelen worden
gebruikt.
Niet gelijkwaardige onderdelen kunnen de machine beschadigen en uw veiligheid
in gevaar brengen.
•
Opmerkingen voor Zwitserland:
Elektro-machines mogen alleen worden gebruikt wanneer een differentiaalstroom
beveiligingsschakelaar met de max. schakelstroom van 30 mA is voorgeschakeld.
•
Opmerking voor Oostenrijk:
De koppelingscontactdoos van de aansluitkabel moet tegen spatwater beschermd
zijn.
5