5.4.4
Inbedrijfstelling bij damp
①
Drukmeetomvormer
②
Compensatieafsluiter
③
④
,
Werkdrukafsluiters
⑤
Werkdrukleidingen
⑥
Afsluiters
Beeld 5-2
Meten van damp
Voorwaarde
Alle afsluiters zijn gesloten.
Procedure
LET OP
Het meetresultaat is alleen foutloos, wanneer in de werkdrukleidingen
temperatuur staan. De nulafstelling moet zo nodig worden herhaald, wanneer aan deze voorwaarden is voldaan. Wordt bij
gelijktijdig geopende afsluiters
①
meetomvormer
door stromende damp beschadigd raken!
Om de meetomvormer bij damp in bedrijf te stellen, gaat u als volgt te werk:
1. Open beide afsluiters
2. Open de compensatieafsluiter
3. Wacht, tot de damp in de werkdrukleidingen
4. Open de werkdrukafsluiter
condensaat luchtvrij naar buiten stroomt.
5. Sluit de ontluchtingsafsluiter.
6. Open de ontluchtingsafsluiter aan de minus-zijde van de meetomvormer
buiten stroomt.
7. Sluit de werkdrukafsluiter
8. Open de werkdrukafsluiter
270
⑥
en werkdrukafsluiters
⑥
op de drukmeetstompen.
②
.
⑤
③
en de ontluchtingsafsluiter aan de plus-zijde van de meetomvormer
③
.
①
een stukje, tot condensaat luchtvrij naar buiten stroomt. Daarna sluit u het ventiel.
⑦
Aflaatventielen
⑧
Compensatiereservoirs
⑨
Werkdrukgever/meetschijf
⑩
Isolatie
⑤
even hoge condensaatkolommen van dezelfde
③
de compensatieafsluiter
en in de compensatiereservoirs
SITRANS P, serie DS III (7MF4.33.. 7MF4.34.. 7MF4.35..)
②
geopend, kan de
⑧
is gecondenseerd.
①
een stukje, tot condensaat luchtvrij naar
A5E03434626-02, 12/2012
①
een stukje, tot