Ottobock 1S101 SACH+ Instructions D'utilisation page 39

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 14
Schematisch overzicht van de basisopbouw
   
Bepaal met de 50:50-mal het midden van de prothesekoker.
Positioneer de prothesekoker zo, dat de opbouwlijn zich in
het midden van de koker bevindt.
Kokerflexie: individuele stompflexie + 5°
Frontale vlak
Opbouwlijn prothesevoet: tussen grote teen en tweede
   
teen
Opbouwlijn prothesekoker: langs de laterale rand van de
patella
   
Let op de abductie- of adductiestand.
Basisopbouw TF
► Neem ook de informatie uit de gebruiksaanwijzing bij het knie­
scharnier in acht.
5.3.2 Statische opbouw
Ottobock adviseert om de opbouw van de prothese met behulp
van de L.A.S.A.R. Posture te controleren en indien nodig aan te
passen.
Indien nodig kunnen de opbouwadviezen (Modulaire TF-beenpro­
thesen: 646F219*, Modulaire TT-beenprothesen: 646F336*) bij
Ottobock worden aangevraagd.
5.3.3 Dynamische afstelling tijdens het passen
Pas de opbouw van de prothese in het frontale vlak en het sagitta­
le vlak aan (bijv. door verandering van de hoek of door verschui­
ving), zodat een optimale stapafwikkeling gewaarborgd is.
TT-prothesen: zorg voor een fysiologische beweging van de knie
in het sagittale en frontale vlak bij het overbrengen van het
gewicht na het neerzetten van de hiel. Een beweging van het knie­
gewricht naar mediaal moet worden vermeden. Als het kniege­
wricht in de eerste helft van de standfase naar mediaal beweegt,
breng de prothesevoet dan verder naar mediaal. Als de beweging
naar mediaal plaatsvindt in de tweede helft van de standfase, ver­
minder dan de exorotatie van de prothesevoet.
5.4 Optioneel: schuimstofovertrek monteren
De schuimstofovertrek zit tussen de prothesekoker en de prothese­
voet. Deze wordt wat langer gesneden om de bewegingen van de pro­
thesevoet en het prothesekniescharnier te kunnen compenseren. Bij
het buigen van het prothesekniescharnier wordt de schuimstofovertrek
posterior samengedrukt en anterior uitgerekt. Om de levensduur te
verhogen, moet de schuimovertrek zo min mogelijk worden gerekt.
Aan de prothesevoet bevindt zich een verbindingselement (bijv. ver­
bindingsplaat, verbindingskap, aansluitkap).
Benodigde materialen: ontvettend reinigingsmiddel (bijv. isop­
>
ropylalcohol 634A58), contactlijm 636N9 of kunststoflijm 636W17
1) Meet de lengte van de schuimstofovertrek aan de prothese en tel
het extra stuk erbij op.
Transtibiale prothesen: extra stuk distaal voor de beweging van
de prothesevoet.
Transfemorale prothesen: extra stuk proximaal t.o.v. het knie­
draaipunt voor de buiging van het prothesekniescharnier en extra
stuk distaal voor de beweging van de prothesevoet.
2) Kort het onbewerkte stuk schuimstof in en pas het in het proxima­
le gedeelte aan de prothesekoker aan.
3) Trek de schuimstof over de prothese.
4) Plaats het verbindingselement op de voetovertrek of de prothese­
voet. Afhankelijk van de uitvoering klikt het verbindingselement
vast in de rand of zit het tegen de voetadapter aan.
5) Monteer de prothesevoet aan de prothese.
6) Teken de buitencontour van het verbindingselement af op het dis­
tale snijvlak van het onbewerkte stuk schuimstof.
7) Demonteer de prothesevoet en verwijder het verbindingselement.
8) Reinig het verbindingselement met een ontvettend reinigingsmid­
del.
9) Lijm het verbindingselement aan de hand van de gemarkeerde
buitencontour op het distale snijvlak van het onbewerkte stuk
schuimstof.
10) Laat de lijmverbinding drogen (ca. 10 minuten).
39

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières