elco STRATON XL 150 Notice D'utilisation Pour L'utilisateur page 58

Gebruiksaanwijzing STRATON XL
Veiligheidsvoorschriften
Waarschuwing
De installatie mag niet gebruikt
worden wanneer ze gebreken
vertoont die tot gevaar of schade
voor personen kunnen leiden.
Regelmatige controles
De regelmatige controle (een keer per
maand) moet de volgende punten
omvatten:
 Controle van de manometer (na
uitschakeling van de
circulatiepomp). De wijzer moet
in het groene gebied staan.
 Bij te lage druk water in het
verwarmingssysteem bijvullen
(vul- en afvoerkraan).
 Stookoliepeil in de tank
controleren.
 Ketel-, aanvoer- en
uitlaatgastemperatuur
controleren.
 Reglementaire condensafvoer
controleren.
 Alle leidingen en aansluitingen
op lekken controleren.
 Verbrandingsluchtvoorziening
(bij omgevingsluchtafhankelijk
bedrijf) controleren.
Schade aan de installatie door
gebrekkige reiniging en
onderhoud
 De ketel, de brander en de
verwarmingsinstallatie minstens
1 maal per jaar door vakkundig
personeel in overeenstemming
NL
met de onderhoudshandleiding
laten controleren, onderhouden
en reinigen.
 Gebreken onmiddellijk verhelpen
om latere schade te vermijden.
Levensgevaar door vrijkomende
verbrandingsgassen
 Laat de ketel alleen werken met
een goedgekeurd, volgens de
voorschriften ontworpen en
geïnstalleerd afvoersysteem
voor verbrandingsgassen en
condens.
 Let erop dat de dichtingen van
de ketel en van alle
verbrandingsgascomponenten
onbeschadigd zijn. Vooral na
een storing bij het ontsteken van
de brander
.
 Bij gaslucht is er gevaar voor
explosie en vergiftiging. Geen
open vuur. Niet roken. Geen
aanstekers gebruiken.
 Vermijd vonken. Bedien geen
elektrische schakelaar, noch
telefoon, stekker of bel.
 Open vensters en deuren.
 Waarschuw de bewoners, maar
niet aanbellen.
Gevaar door gebrekkige
luchttoevoer
Openingen of leidingen voor de
verluchting van de installatieruimte
en de
verbrandingsluchtvoorziening
mogen niet afgesloten of
geblokkeerd worden.
Schade aan installatie en
personen door verkeerde
bediening
Verkeerde bediening kan tot
lichamelijke en/of materiële
schade leiden.
 Zorg ervoor dat kinderen het
toestel niet zonder toezicht
bedienen of ermee spelen.
 Zorg ervoor dat het toestel alleen
toegankelijk is voor personen die
het correct kunnen bedienen
Gevaar door elektrische stroom en
kortsluiting
 Voordat de ketel geopend wordt:
Netspanning op alle polen
uitschakelen en beveiligen tegen
ongewenst opnieuw
inschakelen.
 Kabelisolatie controleren en
beschadigde kabels laten
vervangen.
58
Brandveiligheid
Brandbare stoffen of vloeistoffen
mogen niet in de buurt van de ketel
worden opgeslagen.
Schade aan de installatie door
vervuilde verbrandingslucht
De verbrandingslucht mag geen
halogeenkoolwaterstofverbindingen
bevatten. Halogeenverbindingen zijn
sterk corrosief en komen voor in
spuitbussen (haarspray), verdunners,
reinigings-, ontvettings- en
oplosmiddelen. De verbrandingslucht
mag niet blootgesteld zijn aan sterke
stofproductie of hoge luchtvochtigheid
(vb. wasruimtes).
Schade aan de installatie door
onvoldoende verwarmingswater
 De verwarmingsinstallatie mag
alleen met daartoe geschikt
water worden gevuld.
 Bij het vullen van de
verwarmingsinstallatie moeten
de nationale voorschriften en
normen (bv. EN1717) ter
vermijding van
drinkwaterverontreiniging (bv.
door water uit
verwarmingsinstallaties) in acht
worden genomen.
.
Bescherming tegen
overstroming

Alvorens de ketel met water te
vullen, moet de brandstof- en
stroomtoevoer worden
uitgeschakeld.

Onderdelen, brandercomponenten,
instel- en besturingsinrichtingen die
met water in contact komen, moeten
vóór de hernieuwde ingebruikname
vervangen worden.