9. Ingebruikname
Sluit de 16-kanaals-looplichtbesturing in overeenstemming met de afbeeldingen in hoofdstuk
8 aan (afbeeldingen 2 tot 5). Controleer de aansluitingen en zorg ervoor dat de soldeerpunten
op de platine geen kortsluitingen tonen of dat de platine niet met stroomvoerende onderdelen
in aanraking komt.
USB TO UART
RXD
SW 1
SW 2
RC
GND
RESET
MODE
UB
R22
U1
GND
5 - 18 VDC
a) Ingebruikname in de "RC"-modus
Als u de looplichtbesturing bij gebruik in de modelbouw in de "RC"-modus wilt gebruiken,
neemt u eerst de zender en dan de ontvanger in gebruik. Let er daarbij op dat de stuurgever
(schuifregelaar, draairegelaar of tuimelschakelaar) voor de omschakelfunctie zich in de
middelste stand bevindt.
Opmerking i.v.m. de stuurfunctie:
Wanneer u de stuurgever uit de middelste stand in een richting beweegt, bedient
u de looplichtomschakeling. Wanneer u de stuurgever uit de middelste stand in de
andere richting beweegt, bedient u de 4 bijkomende schakelfuncties.
Sluit de stroomvoorziening aan de 16-kanaals-looplichtbesturing aan.
Automatische herkenning van het RC-signaal:
Onmiddellijk na het inschakelen controleert de elektronica, of een RC-impuls met de ingang
RC/GND is verbonden. Als na het inschakelen van de platine binnen de 2 seconden geen RC-
impuls beschikbaar is, gaat de 16-kanaals-looplichtbesturing automatisch in de "Stand alone"-
modus.
70
"RC"- modus
R21
D3
Q1
GND
C11
C10
TXD
LED1
R23
U2
R24
L1
16 - K_Lauflicht_V11
C7
RC
GND
UB
R1
R1
GND
Afbeelding 6
"Stand alone"- modus
USB TO UART
GND
C10
RXD
TXD
LED1
SW 1
SW 2
R23
RESET
MODE
R22
U1
R24
L1
5 - 18 VDC
R21
D3
Q1
C11
C7
U2
R1
R1
16 - K_Lauflicht_V11