–..de.belangrijkste.onderdelen.van.de.ketel.
niet.defect.zijn.
Onder.deze.omstandigheden.wordt.de.ketel.
tegen. vorst. beschermd. tot. een. omgeving-
stemperatuur.van.-5°C..
LET OP: als de ketel op een plaats is geïn-
stalleerd waar de temperatuur onder de
0°C daalt, moeten de verbindingsleidingen
worden beschermd.
2.2
AANVULLENDE ACCESSOIRES
Om. de. water-. en. gasaansluiting. van.
ketel. op. de. installatie. gemakkelijker. te.
maken.kunnen.de.volgende.accessoires.als.
optie.worden.geleverd:
–.Zonnekit.voor.kortstondig.Art..nr..8105101.
in.combinatie.met.de.kit.INSOL.
–. Kit. gemengde. zone. ZONA. MIX. Art.. nr..
8092234
–. Zonnekit. INSOL. voor. ketels. alleen.
verwarming.Art..nr...8092235
–. Kit. antivriesweerstanden. -15°C. Art.. nr..
8089806.
–. Kit.kaart.RS-485.te.beheren.trapsgewijze.
maximaal.8.ketels.Art..nr..8092243.
Gedetailleerde.instructies.voor.de.montage.
van. de. koppelingen. vindt. u. op. de. verpak-
king.
2.3
AANSLUITING
VAN
INSTALLATIE
Om. de. verwarmingsinstallatie. tegen. scha-
delijke.corrosie,.ketelsteen.of.kalkafzetting.
te. beschermen. is. het. van. het. grootste.
belang. om. de. installatie. nadat. het. toestel.
geïnstalleerd.is.schoon.te.spoelen.in.overe-
enstemming.met.de.norm.waarbij.geschik-
te.producten.gebruikt.moeten.worden.zoals.
bijvoorbeeld.Sentinel X300 (nieuwe instal-
laties),.X400 en X800 (oude installaties) of
Fernox Cleaner F3.. Volledige. aanwijzin-
gen. worden. bij. de. producten. verstrekt.
maar. voor. meer. informatie. is. het. moge-
lijk. om. rechtstreeks. contact. op. te. nemen.
met. de. firma. (SENTINEL. PERFORMANCE.
SOLUTIONS. LTD. of. FERNOX. COOKSON.
ELECTRONICS)..
Na. het. schoonspoelen. van. de. installatie.
wordt. om. de. installatie. ook. op. de. lange.
termijn. tegen. corrosie. en. afzetting. te.
beschermen. het. gebruik. van. inhibitoren.
zoals.Sentinel X100 of Fernox Protector F1.
geadviseerd.. Het. is. belangrijk. om. na. elke.
verandering. aan. de. installatie. en. na. elke.
onderhoudsinspectie. de. concentratie. van.
de.inhibitor.volgens.de.voorschriften.van.de.
fabrikanten.te.controleren.(bij.de.verkopers.
zijn. speciale. tests. verkrijgbaar).. De. afvoer.
van. de. veiligheidsklep. moet. op. een. ver-
zameltrechter. aangesloten. worden. om. de.
eventuele. afvoerstroom. te. geleiden. indien.
de. klep. inschakelt.. Als. de. verwarmingsin-
stallatie. op. een. hogere. verdieping. dan. de.
ketel. geplaatst. is,. moeten. de. afsluitkranen.
zijn. op. de. toevoer-en. retourleiding. van. de.
installatie.gemonteerd.worden.
LET OP: Als de verwarmingsinstallatie
niet schoongespoeld wordt en er geen
geschikte inhibitor aan toegevoegd wordt
dan wordt de garantie van het apparaat
ongeldig.
De.gasaansluiting.moet.uitgevoerd.worden.
volgens. het. landelijke. reglement. NBN. D.
51.003/NBN.D.61.002/NBN.D.61.001..Bij.het.
bepalen. van. de. afmetingen. van. de. gaslei-
dingen,.van.de.meter.naar.de.ketel,.moet.er.
zowel. rekening. gehouden. worden. met. het.
debiet.in.volume.(verbruik).in.m
de. betreffende. dichtheid. van. het. in. aan-
de.
merking.genomen.gas..De.doorsneden.van.
de.leidingen.waar.de.installatie.uit.bestaat.
moeten. zodanig. zijn. dat. er. voldoende. gas.
toegevoerd. wordt. om. aan. de. maximale.
vraag.te.voldoen.en.om.het.drukverlies.tus-
sen. de. meter. en. ongeacht. welk. gebruiks-
toestel.te.beperken.tot.max.:
–. 1,0. mbar. voor. de. gassen. van. de. tweede.
familie.(G20/G25)
–. 2,0. mbar. voor. de. gassen. van. de. derde.
familie.(G31).
In. de. mantel. is. een. zelfklevend. plaatje.
aangebracht. waar. de. technische. gegevens.
op. vermeld. staan. en. de. gassoort. waar. de.
ketel.op.ingesteld.is.
2.3.1
Aansluiting van de
condensaatafvoer
DE
Om. het. condensaat. op. te. vangen. moet. de.
lekbak,.die.van.een.hevel.voorzien.is,.op.de.
afvoer. in. de. woning. aangesloten. worden.
waarbij. een. pijp. gebruikt. moet. worden.
met. een. minimum. afschot. van. 5. mm. per.
LÉGENDE
. 1. Keerklep.(VD)
. 2. Warmwatervoeler.(SS)
. 3. Warmtewisselaar.warm.water
. 4. Transductor.waterdruk.(TPA)
. 5. Ontluchting
meter..Alleen plastic pijpen voor normale
woningafvoeren zijn geschikt om het con-
densaat naar de afvoer in de woning te
leiden.
2.3.2
Filter op de gasleiding
De. gasklep. die. toegepast. wordt. is. stan-
daard.voorzien.van.een.inlaatfilter.dat.ech-
ter.niet.in.staat.is.om.al.het.vuil.dat.het.gas.
bevat.en.dat.in.de.leidingen.van.het.net.zit.
tegen.te.houden..
3
/h.als.met.
Om. te. voorkomen. dat. de. klep. niet. goed.
functioneert. of. in. sommige. gevallen. zelfs.
de.beveiliging.waar.de.klep.mee.uitgerust.is.
uitgeschakeld.wordt.verdient.het.aanbeve-
ling.om.een.geschikt.filter.op.de.gasleiding.
te.monteren.
2.4
VULLEN VAN DE INSTALLATIE
Als. de. installatie. leeg. is. moet. de. vuldruk.
tussen.de.1-1,5 bar.variëren..
2.4.1
Legen van de installatie (Afb. 5)
Draai.aan.de.aftapkraan.(7).om.deze.hande-
ling.uit.te.voeren..
Let op! Voordat u dit doet moet u eerst de
ketel uitschakelen.
2.5
INSTALLATIE VAN DE COAXIALE
BUIS ø 60/100 - ø 80/125 (Afb. 6)
De. coaxiale. toe-. en. afvoerbuizen. wor-
. 6. Circulatiepomp.hoge.efficiëntie.(PI)
. 7. Koppeling.vulkraan.installatie
. 8. Veiligheidsklep.3.BAR
. 9. Inlaatfilter.warm.water
10.. Sanitaire.debietmeter.(FLM)
11.. -----
FR
NL
DE
Afb..5
53