Symbolen
Waarschuwing/Let op!
Voor verlaging van een letselrisico de
gebruiksaanwijzing lezen.
Veiligheidsbril dragen!
Draag oorbeschermers!
Draag veiligheidshandschoenen!
Veiligheidsschoenen met bescherming
tegen insnijden, geribde zolen en stalen
neuzen dragen!
Waarschuwing voor weggeslingerde
onderdelen
Waarschuwing voor scherpe messen. De
messen draaien ook na de uitschakeling
nog kort na.
Houd in de omgeving staande personen
op een veilige afstand van de machine
(minimaal 5 m)
Vóór alle werkzaamheden aan het apparaat
de motor uitschakelen.
Instrueer kinderen en onbevoegde
Li-Ion
personen dat zij zich ver van het apparaat
ophouden.
Tegen vocht beschermen
Stel de machine niet bloot aan regen.
Voor alle instellings-, reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden het apparaat
uitschakelen en het contactsleutel uitne-
men.
Beveiligingsklasse III
CE Symbool
Beschadigde en/of verwijderde elek-
trische of elektronische apparaten bij de
daarvoor bestemde recyclingplaatsen
afleveren
Gegarandeerd geluidsdrukniveau L
Algemene veiligheidsinstructies
voor elektrische werktuigen
Waarschuwing
Lees alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen.Het
niet opvolgen van veiligheidsinstructies en aanwij-
zingen kan een elektrische schok, brand en/of zware
letsels veroorzaken. Bewaar voor de toekomst alle
veiligheidsinstructies en aanwijzingen.
De in de veiligheidsinstructies gebruikte term „elek-
trisch werktuig" verwijst ook naar elektrische werktu-
igen met een netvoeding (met netkabel) en eveneens
naar elektrische werktuigen met een accuvoeding
(zonder netkabel).
1) Veiligheid op de werkplek
a) Houd je werkomgeving schoon en goed
verlicht. Wanorde of niet verlichte werkplekken
kunnen tot ongevallen leiden.
b) Gebruik het elektrische werktuig niet in een
explosiegevaarlijke omgeving waarin zich
brandbare vloeistoffen, gassen of stoffen bevin-
den. Elektrische werktuigen geven vonken af die
stof of dampen doen ontsteken.
c) Houd kinderen en overige personen tijdens het
gebruik van elektrische werktuigen op afstand.
Bij afleiding kan de controle over het apparaat
verloren gaan.
2) Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrische werktuig
dient in het stopcontact te passen. De stekker
mag op geen enkele wijze veranderd worden.
Gebruik geen adapterstekker samen met rand-
geaarde elektrische werktuigen. Ongewijzigde
stekkers en passende stopcontacten verlagen het
risico van een elektrische schok.
b) Vermijd lichamelijk contact met geaarde opperv-
lakten zoals buizen, verwarmingselementen,
fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd
risico van een elektrische schok, indien uw lichaam
geaard is.
c) Houd elektrische werktuigen ver van regen of
andere nattigheid. Indringing van water in een
elektrisch werktuig verhoogt het risico van een
elektrische schok.
d) Gebruik de elektrakabel niet om het elektrische
werktuig te dragen, op te hangen of om de
stekker uit het stopcontact te trekken. Houd de
kabel ver van warmte, olie, scherpe kanten en/
of bewegende apparaatonderdelen. Bescha-
digde of verdraaide kabels verhogen het risico van
een elektrische schok.
e) Indien met een elektrisch werktuig in de
open lucht gewerkt wordt, gebruik dan enkel
verlengkabels die voor het gebruik in de open
lucht geschikt zijn. Het gebruik van een voor
buitengebruik geschikte verlengkabel vermindert
het risico van een elektrische schok.
WA
NEDERLANDS
43